Anonieme auteur van diverse 18e-eeuwse tijdschriften achterhaald
vrijdag 16 januari 2015 – De Arlequin Alchimist is een éénmanstijdschrift van een onbekende. Deze anonymus had literaire pretenties, gezien de niet onverdienstelijke verzen waarmee hij zijn tijdschrift heeft doorspekt, maar het is de vraag of dat hem ooit enige erkenning heeft opgeleverd.
Met deze woorden begint Karel Bostoen zijn artikel over het satirische tijdschrift Arlequin Alchimist, componerende, uit zyn labertorium een warrent kluwetje, van duizent differente couleuren, daar hy door de verwartheid, zelf geen eind aan vind. In 1742 zijn er bij de Amsterdamse firma Weduwe Van Egmont & Zoon zeven afleveringen van verschenen, bestemd voor de geletterde, academische jeugd.
Het blad is niet eerder door Neerlandici of historici opgemerkt, en ook de auteur ervan is altijd achter de coulissen gebleven. Bostoen heeft de dader echter kunnen identificeren: de Groningse theologiestudent Henricus Gockinga. Op inhoudelijke en stilistische gronden komt Bostoen tot de conclusie dat deze onbekende Groningse schrijver ook debet was aan een aantal andere tijdschriften die in de jaren veertig anoniem bij de firma Van Egmont zijn verschenen. Zo is Groningen ineens een productieve 18e-eeuwse schrijver rijker geworden.
Bij het artikel, dat afgedrukt is in het themanummer van de MedJCW, over satirische tijdschriften, is nu een digitale bijlage gepubliceerd: de integrale tekst van nr 4 van Arlequin Alchimist. Die bijlage is hier te downloaden. — RvV
¶ De bijlage met de integrale tekst van nr. 4 van de Arlequin Alchimist hoort bij ‘Een fan van drie Willems. De Arlequin Alchimist (1742) van Henricus Gockinga’, geschreven door Karel Bostoen. Dit artikel is opgenomen in het themanummer Satirische Tijdschriften van de Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman (2014-2).
Van Henric Gockinga (1718-1772) zijn in het familie-archief Gockinga III (Groninger Archieven toegang 518) onder meer bewaard gebleven een intreepreek te Wilnis-Vinkeveen (1743), een vers voor een geneesheer Gerlacius (1740) een afscheidsgroet aan de zwarte dominee Jakob Eliza Joan Capitein, bij diens beroeping en reis naar d’Elmina (1742), een verzameling verzen en gelegenheidsgedichten (1759) en een veilingcatalogus van zijn bibliotheek (1773) – zie http://www.groningerarchieven.nl/zoeken/mais/archief/?mivast=5&mizig=210&miadt=5&miaet=1&micode=518&minr=3219994&miview=inv2 e.v. (inv.nrs. 14-19). Materiaal genoeg voor een leuke eindscriptie geschiedenis!