dinsdag 27 januari 2015 – Een klein genootschap in het literair-historische landschap is dat van Petronella Moens. Leden of vrienden heeft de naar de blinde schrijfster vernoemde stichting niet. De website maakt slechts melding van bestuursleden, die zich allen inzetten om het literaire, culturele en sociaal-maatschappelijke gedachtegoed van Petronella Moens te bewaren, bestuderen en verbreden.
Dat gebeurt door gelegenheidsuitstapjes, bijvoorbeeld om de onthulling van het straatnaambord in Kûbaard bij te wonen, en door de uitgave van een digitaal tijdschrift: de Moensiana. Die praalwagen werd in 2003 door Ans Veltman op de rails gezet en wordt inmiddels in belangrijke mate voortgetrokken door mede-bestuurslid Peter Altena. Eind december verscheen alweer de elfde editie (hier downloaden).
Het nummer bevat vier artikelen en nog wat aangenaam kruimelwerk. In het openingsartikel geeft Ans Veltman een overzicht van de literaire vriendinnen van Moens. Dini Helmers schreef een korte bijdrage over Catharina Rebecca Woesthoven en haar ‘Lijkvers’ voor Pieter Nieuwland. Peter Altena schrijft in zijn ‘Gedichten voor en over Petronella Moens’ over onder andere het Leidse genootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkreegen. Het nam geen genoegen met het lidmaatschap van Moens en wilde haar zelfs een plaats geven in het Pan Poëticon, de verzameling dichtersportretten die, aldus Altena, in de vergaderzaal van het genootschap de eeuwigheid met vertrouwen afwachtten.
Mijn eigen bijdrage gaat over het in de geschiedschrijving volkomen onopgemerkte tijdschrift Schatkamer van kunst en smaak (1791-92). Het kwartaalblad moest een algemeen cultureel tijdschrift worden en lijkt met zijn theoretische verhandelingen, vertelsels en dichtstukken enigszins op de Vaderlandsche Letter-Oefeningen. Het had echter geen succes en stopte er al mee na twee – overigens lijvige – afleveringen. In dit Utrechtse blad trof ik drie onbekende bijdragen aan van Petronella Moens, die ze vermoedelijk geschreven had op uitnodiging van haar Utrechtse patriotse vrienden.— RvV