zaterdag 14 februari 2015 – Kijk het liefdespaartje eens genoeglijk bij elkaar zitten. Zij heeft haar voetjes op een stoof. De linnen doek waarmee ze doorgaans haar boezem bedekt, is nu hoog geknoopt waardoor haar minnaar ruim zicht heeft op haar borsten. Ze leest hem voor uit een boekje, maar steekt wel haar vermanende vinger omhoog. Is hij te vrijpostig? Hij heeft een vol glas in de hand: aan de lege wijnfles op de grond te zien is het niet zijn eerste glas. Hij heeft één been over haar been geslagen. Haar schort is al opzij geschoven.
Valentijnsdag. Alleen de thematiek van deze prent heeft ermee te maken. Afgebeeld zijn de dienstmeid Bely die een genoegzaam onderonsje bij kaarskicht heeft met haar vrijer Dirk. Het is een scène uit het blijspel De Ontdekte Schijndeugd van David Lingelbach uit 1687, uitgegeven door de erven Jakob Leskailje. Het toneelstuk is een bewerking van Lichte Klaartje van Gillis Noozeman (1645). In het derde bedrijf laat Lingelbach de vrijlustige Dirk zingen:
Hei wie zou niet vrolyk weezen,
Als hy by de lekk’re wyn,
En zyn éngelin mag zyn?
Het aardige van dit blijspel is dat er niets mis is met de vrijage van Bely en Dirk, maar alles met het vastgelopen huwelijk van haar brave werkgeefster. Die is schijnheilig, veroordeelt Bely, maar zet zelf haar echtgenoot de welbekende hoorntjes op. De Ontdekte Schijndeugd eindigt dan ook met haar ontmaskering en genoegdoening voor de echtgenoot.
David Lingelbach – zijn vader was schilder, afkomstig uit Frankfurt en uitbater van een doolhof op de Rozengracht in Amsterdam – was een van de oprichters en voormannen van Nil Volentibus Arduum. Op zijn initiatief werden er heel wat opera’s opgevoerd te Buiksloot, aan de overkant van het IJ. Zijn blijspel moet populair zijn geweest, getuige de herdrukken die het beleefde.
De prent hierboven is van Jakob Houbraken uit ca 1755, naar een ontwerptekening van Cornelis Troost. Troost maakte diverse prenten en schilderijen over het werk van Lingelbach. Naar verluidt zou hij vaak de acteurs erop hebben afgebeeld. Op die doeken is ‘met een beetje fantasie onze dichter [Robert Hennebo] te ontdekken’ (bron). – RvV