zaterdag 18 juli 2015 – Vier hupse jongedames torsen op een berrie een vijfde juffrouw met zich mee. In hun haar is een bloemenkrans geweven. Rechts staat een kleine menigte te wachten voor de deur van een pand dat, getuige het uithangbord (De Prins?), een herberg is. De enscenering doet dorps aan. De huisjes in de verte zijn bepaald geen grootstedelijke grachtenpanden. Wat is hier aan de hand? En waarom is iedereen in feestelijke kleding?
De prent is gemaakt naar ontwerp van Bernard Picard en opgenomen in deel 5 van de zesdelige Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt (1736) van Abraham Moubach. Van Moubach is weinig bekend. Hij vertaalde veel en ook dit werk zou wel eens een vertaling kunnen zijn, al maakt de titelpagina er geen melding van.
Hier wordt een optocht met de pinksterblom of pinksterbruid afgebeeld: een Noord-Hollandse traditie waarvan vooral die in Schermerhorn bekend is gebleven. Vier meisjes dragen het mooiste meisje, de pinksterbruid, door het dorp. Er is een soort missverkiezing aan voorafgegaan. De pinksterbruid zong liedjes, wat met geld beloond werd. De Amsterdamse textielkoopman Andries Schoemaker schreef in 1718 in zijn dagboek:
Sagen wij van verre een aardig en voor ons ongewone pinxterblom die ons naderde. […] Vier fluxse jonge mijden, redelijk wel in de klederen. Ieder met een krans van bloemen om het hoofd. Dese vier droegen een burrie. Op welke burrie een vijfde jonge meyt stond, die seer aardig opgeschickt was. Ik telde om haar lijf 23 zilverde twijgen […] sij hield in haar eene hand een zilver kommetje. In welke men het gelt lijde dat men aan dese pinxterblom vriende (bron).
Door al die dorpsmadelieven raakte de jeugd oververhit en ontstonden er regelmatig relletjes. Het feest werd daarom meer dan eens verboden. Maar als kinderfeest schijnt het nog her en der in gebruik.
Ik kwam erop omdat ik voor een artikel over Tetjeroen stuitte op het populaire kluchtspel De vrystermarkt (1713), dat later omgedoopt werd tot De Schermerhornsche vrystermarkt (1743). De missverkiezing heeft hier plaatsgemaakt voor een veiling van jonge deernen. Diverse vrijlustige jongemannen konden een bod uitbrengen op het mooiste meisje. Mocht het geveilde meisje geen zin hebben in de vrijer, dan kon ze zich vrijkopen door zelf het veilingbedrag neer te tellen.
De eens zo gehate boekencensor Carel Alex van Raij maakte een vaudeville over de missverkiezing, met de legendarische, goedgebekte kwakzalver Tetjeroen in de hoofdrol: Eene Noord-Hollandsche vrijstermarkt in 1696, of Tetjeroen te Schermerhorn (1834). —RvV
Dat een missverkiezing heel wat anders is dan de traditie van de pinksterbruid, daar ben ik me heel goed van bewust. Daarom schreef ik ook ‘een soort missverkiezing’.
Ik ben redelijk goed thuis in de noordhollandse pinkstertradities, en vind de term missverkiezingen zeer kort door de bocht, er was wel iets meer aan de hand