De collectie van baron Samuel von Brukenthal (1721-1803) in Den Bosch
donderdag 8 september 2016 – In 2009 zag ik in Parijs samen met mijn oudste zoon een ontmoedigend lange rij voor het museum Jacquemart André staan. We lieten de rij de rij en gingen de volgende dag, een zondag, in alle vroegte en sloten aan bij een bescheiden volksoploopje voor het museum. Wat we in het museum te zien kregen was een keuze uit het bezit van de zogeheten Brukenthal-collectie, doorgaans te zien in het Brukenthal Museum in Sibiu (Roemenië).
Veel Hollandse en Vlaamse meesters, met als hoogtepunt een klein portret van een man met een blauwe tulband. Het schilderij, vroeger toegeschreven aan Dürer, is intussen op naam gesteld van Jan van Eyck en gedateerd op ca 1430. Het schitterende blauw van de tulband, de afwezige blik van de licht ongeschoren man, het rechtvaardigt een omweg naar Sibiu.
Die omweg verloopt tot 9 oktober via Den Bosch. Goed, je kunt er in het Noordbrabants Museum (nog een week) de malligheid van Jan Fabre willen zien, maar mis zeker niet de Brukenthal-collectie. In 2009 Parijs, nu Den Bosch! Andermaal te zien. Ga vanwege Van Eyck, maar ook Hans Memling moet je niet willen missen. Tot mijn genoegen was het in Den Bosch niet zo druk als zeven jaar geleden in Parijs, tot mijn genoegen en tot mijn schrik (want is er iets schitterends te zien, schitteren de vaderlandse kunstkenners door afwezigheid).
Van het bezoek aan Parijs herinner ik me niet dat er veel aandacht was voor de verlichte verzamelaar Samuel von Brukenthal. Die aandacht is er nu in Den Bosch zeker wel, de baron en barones worden op hun voordeligst geportretteerd. Maar er gaat niets boven het schitterende portret dat Jan van Eyck kort voor zijn dood schilderde. Misschien Memling dan.
In het Noordbrabants is ook nog een bloemstuk van Weyerman te zien. Volgens het bijschrift is Weyerman nog steeds geboren in Breda. Ach, na het blauw van Van Eyck kon ik me daar niet boos meer over maken.— Peter Altena