Hoe Abdias Velingius zich in de nesten werkte
woensdag 7 september 2016 – De jaarlijkse expeditievergadering van het JCW voert belangstellenden op 10 september naar Heusden. Op het programma staan een rondleiding door het stadje, lezingen en observaties en natuurlijk het gebruikelijke cafébezoek. We krijgen daar veel wetenswaardigheden te horen en te zien over Heusden in de 18e eeuw. Maar Abdias Velingius blijft vermoedelijk achter de coulissen.
Hm. Abdias Velingius? Ik kwam hem tegen in mijn onderzoek naar de medisch astroloog Johannes Christophorus Ludeman, waarover ik publiceer in het winternummer van de Mededelingen JCW. Dat wil zeggen: ik noem hem alleen maar als patiënt van Ludeman. Niet als inwoner van Heusden.
Velingius was depressief en had allerlei klachten, zo blijkt uit de diagnose die Ludeman op basis van een geboortehoroscoop voor hem neerschreef. ‘Staat dan af van den woelenden aert in uwe sinneweereld’, adviseert de kwakzalver op 16 februari 1743 (KB Hs. 135 D 26 (5)), ‘dan heeft UE geen nood van jonck te sterven’.
A monsieur Mons. De With op de hoeck van de Zaalstraet
Wederom aen zeer edele: den Heer A. Velingius Dr. Philosophie Tot UtrechtMijn Heer
De Nativitat in G 22 August 1721 toont dat UEED is Laborerende aen irritaties in de Regionen van de Lever en de Gall – daar bij seer gedruckt bij vlaagen zulcke spanningen in den Crop van de maagh dat UEED seer benout is.
In UEED Nativitats Taafel staa[n] in de hoekkringen in t huys leonis waar doen de son nog in domineerde veel quade signalien – en zoo dat UEED Heer niet veel voordeliges heeft in UE Nativitat, edogh, wanneer ick besie uwen onsterflijken mensch in uwe inwendige Heemelsse Regionen, soo vind ick daar s[…]los dat UE toestand heerlijk is – en dat UE Leven kan daar bij ook gesond werden na het Lichaem. UEED microcosmisse signalien in de Heemelsse Regionen staan in de Hierarchien Schemuelis en Michaelis zoo dat ick vind dat meer Geest als Vleesch en UEED seer spirituel moet weesen, om het Goede te zoeken. God geef dat UE mag aenhoudende blijven, dan sal in UE komen Een Leven dat uyt God is, en de Astra sullen UE dan niet schaden maar alles zal voor UE weesen Tot geneesingh voor Ziel Geest en Lichaem.
Staat dan af van den woelenden aert in uwe sinneweereld, en Let meer op die groote Eenvout die in UE is – dan heeft UE geen nood van jonck te sterven, maar UE sal dan out werden en zat van daage, zoo UEED yetwes nog mogte manquere schrijft dat nader, ben in alle reverence
Mijn Heer UEED DVDV JC Ludeman
Amsterdam 16 feb 1743
[in margine:] NB ick kan niet Eerder Over UEED practisere oft UEED geliefe mij res ad rem te schrijve hoe UE sigh bevind.
Onze Abdias Velingius woonde op dat moment in Utrecht, waar hij in 1742 was gepromoveerd tot doctor in de wijsbegeerte. In september 1743, kennelijk opgebeurd dankzij Ludeman, schreef hij zich in als student theologie in Leiden. Hij werd eerst predikant in Benthuizen, een dorpje vlakbij Zoetermeer, en vertrok in 1747 naar Den Bosch.
Daar raakte de predikant in opspraak. Kort na zijn ambtsaanvaarding was hij namelijk in het buitenland (Westfalen) in het huwelijk getreden: zonder toestemming van de moeder van de bruid en zonder de bij de echtreglement van de Staten-Generaal voorgeschreven afkondigingen. Clandestien dus, volgens de Nederlandse wet, te meer daar de bruid het huis van haar moeder had verlaten en haar intrek had genomen bij het vader. Het leidde tot een conflict waar de Bossche kerkenraad moeilijk raad mee wist.
Het huwelijk was in Westfalen immers kerkelijk ingezegend. Was de predikant nu volgens Nederlandse regels wel of niet getrouwd? Zo nee, dan woonde de predikant ongehuwd samen. (Intussen meende onze bijgelovige Abdias ook in de pastorie spoken te hebben zien.) Het conflict liep zo hoog op dat hij in 1750 besloot een beroep als derde predikant in Kleef aan te nemen. Zijn huwelijk werd door de classis nog steeds niet erkend, maar uit de getuigenis die hij van de kerkenraad meekreeg blijkt dat de Bosschenaren veel waardering hadden voor zijn weergaloze welsprekendheid. Hij kreeg dus eervol ontslag.
Ook in Kleef maakte hij carrière en in 1752 werd hij zelfs benoemd tot predikant in het Westfaalse stadje Lingen, waar hij tevens professor primarius theologiae werd aan het Academisch Gymnasium. Zijn onwettige huwelijk bleef hem echter achtervolgen, ook toen hij na nog enkele wetenschappelijke topbanen te hebben bekleed, in Den Bosch wilde terugkeren.
In Den Bosch bleef hij niet lang. In 1759 informeerde de kerkenraad van Heusden bij die van Den Bosch naar Velingius’ bekwaamheid en levenswandel. Hoewel de Bosschenaren nog altijd aanhikten tegen zijn – in hun ogen – onwettige huwelijkse staat, vonden ze dat Velingius op loffelijke wijze de plaatselijke predikanten ter zijde had gestaan met preken en met bediening van de sacramenten. En zo kreeg Heusden op 9 december 1759 een predikant met een levenswandel die volgens velen niet door de beugel kon. Hij is daar in functie gebleven tot 1763.— Rietje van Vliet
¶ Bron: F.L.R. Sassen, ‘Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te ‘s-Hertogenbosch 1636-1810’ in: Varia Historica Brabantica III (‘s-Hertogenbosch 1969) p. 275-284. Cf. Bossche Encyclopedie.