maandag 24 oktober 2016 – Vorige week dinsdag hebben Jan Bruggeman en ondergetekende een bezoek gebracht aan het Centre Céramique in Maastricht. De daar ondergebrachte Stadsbibliotheek bezit een mooie verzameling Weyerman-drukken.
Een selectie van die uitgaven was tijdens de expeditievergadering in 2014 in een mini-expositie al aan de vrienden getoond, maar wij wilden ze toch ook wel eens in onze handen gehad hebben. Dankzij de vriendelijke en behulpzame medewerkers werd het een zeer geslaagd bezoek.
Om couleur locale op te doen beperkten we ons niet tot Weyerman, maar bekeken we ook de vijf overgebleven exemplaren van de Grooten Maastrichtschen Almanach (1710, 1712, 1713, 1714 en 1718): langwerpige boekjes met een almanak-deel van enkele pagina’s, dat gevolgd wordt door een Almanachs Klucht-theater, geschreven door Eselius de Montegatto. Grappig materiaal, dat de sfeer ademt van het Maastrichter carnaval. We zagen komische grafschriften, liederen, een rijk geïllustreerde verhandeling over de ‘qualiteyt’ van den neus, en nog veel meer grollen. Het leverde Jan een nieuwe tekst voor zijn verzameling van nep-catalogi op.
Opmerkelijk aan deze almanakken is het bijna obsessieve aantal chronogrammen dat erin staat – korte zinnen waarin de letters M,D,C,L,X,U/V en I/Y in kapitalen gezet zijn. Als Romeinse cijfers gezien leveren ze bij elkaar opgeteld een jaartal op. Boven een liedje over de inwoners van Sint-Truiden, bijvoorbeeld, staan er twee:
LIeDeken Der sInt-trUYDenaren (De sonne-bLUssChers)
LofbarICh UYt-gebraLt op De steM Van pot à faIre
Het zal de rekenaren onder ons niet verbazen dat het lied begint met:
Blyft hier staen, en zyt verwondert
Van ’t jaer Duysent, Zeven Hondert,
En daer by derthien geset.
Dat elck-een hier wel op let.
Wie een wandeling door Maastricht maakt zal ontdekken dat de samensteller van de almanak niet de enige Maastrichtenaar geweest is met een voorliefde voor chronogrammen.
Voor Jan stond er, zoals gezegd, in een van de almanakken een nep-catalogus. Ik was verrast een tekst te zien die ik niet in een bestaand genre kon plaatsen: de beschrijving van een UNIVERSEELE LOTERYE met als prijzen ‘een ontelbaer getal Juffrouwen ofte Jonge-dochters van alderhande Fatsoen, Qualiteyt en soorte, in ses verscheyde Classen verdeelt’.
Tussen een lange inleiding en een lang slot worden de prijzen beschreven:
De eerste Prysen sullen bestaen in eenige douzynen Eedele, rycke, schoone, Jonge, deughdige Bruynetten en Blondellen met natuerlijck krullende haeyr-vlechten, van eene fraeye taille, eloquent en wel ter taelen, wel volmaeckt van achter en van vooren; van boven tot onderen wel-besneden.
De tweede Prysen bestaen in eenige honderde van Juffrouwen oft Jonge-dochters, hebbende charmante en aenlockende Oogen, en ten naesten by volmaeckte schoonheden.
De derde Prysen, sullen wesen eenige duysende van Juffrouwen of Jonge-dochters, de welcke aengenaem, bevalligh, fraey, geestigh, en soet zyn, hebbende egaele witte Tanden en roode Lippen, de voorgaende seer approcherende.
De vierde Prysen bestaen in eenige thien duysende van Juffrouwen oft Jonge-dochters, de welcke aerdigh, lieffelijck en wacker zyn, hebbende eenen schoonen swier, en wel-geproportioneerde Leden, gemengt met lydelijke gebreken.
De vyfde Prysen bestaen in eenige hondert duysende van Juffrouwen oft Jonge-dochters, die eensdeels affabel, minsaem, ryck oft schoon zyn, begaeft zynde met eenige perfectien, en op den selven tydt imperfectien besittende.
De sesde Prysen bestaen in eenige millioenen van Juffrouwen of Jonge-dochters, de welcke maer half en half (gelijck-men de Koeyen scheert) jae selfs noch minder als middel-matigh zyn, zynde hooveerdigh, nydigh, onbeleeft, trots en ydel van conditie: want sommige van desen rangh zyn maer geblankette Brunetten, Coquetten, Grisetten, Rossetten, en opgeflicte Quispelsterten, eensdeels voort-komende van Licht-missen, Roer-vincken, Koeck-koecken, Hoere-weerden, nacht-raven, en Op-helpers, en eensdeels van de Fransse Guarde les Chevaux Legers genaemt.
Het vinden van de perfecte partner was ook driehonderd jaar geleden niet eenvoudig. Dat zullen vrouwen net zo goed ondervonden hebben, maar de eerste beschrijving van een loterij met heren als hoofdprijs moet ik nog tegengekomen. —Jac Fuchs
Naar Maastricht reizen en oude boeken zien, het klinkt als Het Geluk voor Ons Soort Merkwaardige Mensen. Met bewondering en jaloezie gelezen dus.