Mr. Green, een blinde organist (vervolg)
dinsdag 9 mei 2017 – Weyerman verbleef in een logement achter de kerk van St Paulus. Dat zou Saint Paul’s Cathedral geweest kunnen zijn, maar ik zou Weyerman toch veeleer zoeken in de omgeving van Saint Paul’s Covent Garden. Met St. Gillis bedoelt Weyerman Saint Giles Cripplegate. Green is daar vanaf rond 1704 tot in ieder geval in 1728 organist geweest.
Weyerman moet, als we hem mogen geloven in de teksten die ik in de vorige voetnoot heb geciteerd, Mr. Green goed gekend hebben, maar wat hij met piketten (kaartspelen) met deze blinde bedoelde is mij niet duidelijk.
Het probleem waar Mr. Green tegenop gelopen was, was zo te lezen dat hij binnen de City muziekles had gegeven. Om binnen de grenzen van de City een ambacht te mogen uitoefenen moest je aangesloten zijn (‘Freeman’) bij een van de gildes (‘livery companies’). En dat was Green kennelijk niet. Het leverde hem een stevige boete op, maar daar werd een mouw aan gepast: hij kreeg het lidmaatschap van het gilde der leerbewerkers aangeboden.
Dat Green een bekwaam organist was kunnen we afleiden uit een bericht in de Daily Post van 24 september 1726. In de New Chapel in Hampstead was een conflict over het nieuwe orgel gerezen tussen het kerkbestuur en de bouwer van het orgel, Green was met zijn collega van de St Paul’s, die ook Green heette, en met nog twee andere organisten gevraagd om een oordeel over het orgel te komen geven. Uit dat bericht blijkt overigens ook dat Green de organist van St Giles Cripplegate was en niet van St Giles-in-the-Fields.
In oktober 1728 kwam Mr Green nogmaals in de problemen. Beginnend met de London Evening Post van 1 oktober melden enkele kranten dat hij na bijna 25 jaar trouwe dienst op de voorgaande zondag (30 september) door de kosters buitengesloten werd. Het orgel van de St Giles zou die dag bespeeld worden door Mr Harrison, de tweede organist van St Paul’s, Covent Garden.
Op zaterdag 5 oktober speculeert Fog’s Weekly Journal over de aanleiding: er is geen officiële reden gegeven voor zijn afzetting, maar Green lijkt na een verfraaiing van het orgel moeite te hebben om het goed te bespelen. De parochie zoekt daarom een vaardiger organist. Eind november is het probleem nog niet opgelost. Enkele kranten, ditmaal met de London Evening Post van 23 november voorop, die hem ‘an ingenious blind gentleman’ noemen, weten te melden dat inmiddels een Mr. James het orgel bespeelt. Volgens het bericht heeft er echter helemaal nog geen kerkenraad plaatsgevonden om over de post te beschikken. Green houdt dan ook vast aan zijn benoeming, te meer daar James geenszins officiëel aangesteld is.
Speciaal Fog’s Weekly Journal trekt partij voor Mr. Green: James wordt neergezet als een broekie (‘Youngster’) en van de kosters wordt cynisch gezegd dat zij ‘Gentlemen remarkable for their Musical Ears’ zijn. Hoe dit conflict is afgelopen heb ik (nog) niet in de Engelse kranten teruggevonden: het is de laatste vermelding van Mr Green die ik tot op heden in portefeuille heb.
Mr. Green lijkt de muzikale naslagwerken niet gehaald te hebben. Een portret van hem lijkt er ook niet te zijn. Het orgel waarop hij gespeeld heeft, is er helaas niet meer. De kerk van St Giles Cripplegate heeft in de oorlog zwaar te lijden gehad, en bij de restauratie/herbouw na de oorlog is er een orgel uit een andere Londense kerk in geplaatst. —Jac Fuchs (met dank aan Jan Bruggeman)
Literatuur
De Ontleeder der Gebreeken I, p. 359-360
De Historie des Pausdoms I, p. 85
Daily Post, 24 september 1724, 2 oktober en 26 november 1728
London Evening Post, 1 oktober en 23 november 1728
Fog’s Weekly Journal, 5 oktober en 30 november 1728