Lady Mary, de volmaakste der Koordedansters
donderdag 29 juni 2017 – In deel I van de Amsterdamsche Hermes (nummer 32 van 5 mei 1722) geeft Weyerman op p. 252-254 ) een beschrijving van Mary Finley (ook wel Finly of Findley), een koorddanseres. De passage leest alsof hij haar werkelijk heeft zien optreden en misschien zelfs ook een blauwtje bij haar gelopen heeft.Maar met zulke indrukken moeten we bij Weyerman altijd voorzichtig zijn. Citaat:
Milady Mary, dat springende Loovertje, is door een Engelsch Ridder op den buigzamen Stam van een Toneelkat geënt. [Zij was] voortgeteelt […] uit de Zee-schulp van van een * Drury-laansche Najaade, en uit het adelyk bloed van een Britssen Cavalier […].
[Zij viel] in de pooten van Mr. Finley, een vermaard Tuimelaar […]. Dit illuster Geite-paar leefde tamelyk kuis en vergenoegt in ’t begin, doch tamelyk onkuis en onvergenoegt in ’t vervolg.
* Een straat in Londens voorstad waar in veel Nymfen van een middelmaatige deugd
Volgens Weyerman verdiende Mary Finley flink bij met het ontvangen van heren, maar dat is bij actrices en acrobaten een gemeenplaats. Uiteindelijk verongelukte ze bij een optreden, zegt Weyerman, en beroofde de Dood ‘Albion, door een eenigen val, van de volmaakste der Koordedansters’.
Hoe kwam Weyerman er in mei 1722 toe leven en dood van Mary Finley te bespreken? De hele aflevering gaat over koorddansen, maar ik verwachtte een simpele verklaring: hij moest in een Engelse krant over haar dood gelezen hebben. Zo simpel bleek het echter niet te zijn: een speurtocht in de kranten van de voorgaande maanden leverde niets op. Ik had het al opgegeven, maar zag een dag later in de Westminster City Archives de Biographical Dictionary of actors, actresses […] in London, 1660-1800 in de kast staan, en daar bleek Lady Mary in te staan. Schaamrood op de kaken, dus, want dat werk staat in de KB ook in de open opstelling ….
Hoe dan ook: Volgens Highfill en de zijnen is Lady Mary tussen midden 1704 en 20 januari 1705 overleden, na een val tijdens een optreden. Met het lemma uit de Dictionary kon ik nogmaals naar krantenberichten zoeken. Wat ik vond, was na lezing van dat lemma niet verrassend meer.
Eind zeventiende eeuw reisde Mr. Barne (of Barnes) kermissen af met zijn troepen koorddansers,
the famous Rope-Dancers of Europe, being four Companies join’d in one, viz. The English, High-German, French and Morocco Companies, by whom will be presented that Variety of Agility of Body, as Dancing, Tumbling, Walking and Vaulting, the like was never seen before. (Post Boy, 14-17 augustus 1697)
Een jaar later heeft Mr. Barnes een partnership aangegaan met Mr. Applebee. Vanaf 1701 is het Mr Barnes and Finly’s Booth waar je moet zijn. In 1702 afficheren ze zich zelfs als ‘Her Majesty’s Company of Rope-dancers’. Het lijkt erop dat Mr Barnes april 1704 niet gehaald heeft, want vanaf dan is er sprake van Mr Finley’s and Mrs Barnes’s Booth. Na 1706 verschenen er geen advertenties meer voor deze act.
Van jaar tot jaar wordt beloofd dat de optredens anders en nog spectaculairder zijn dan daarvoor. In 1698 bijvoorbeeld is de French door een Dutch Company vervangen, en doet de German Lady haar intrede, ‘outdoing all Men and Women, that ever Dance’d before her, both for high leaping and fine Dancing […]’.
In 1699 moet Lady Mary al een gevestigde naam geweest zijn, want Ned Ward beschrijft haar dan in de London Spy als ‘as far outdoing the Dutch Frows [=vrouwen?] as a lady of honour exceeds a milkmaid in dancing a borrie [=bourree] or minuet’.
In 1701 wordt er geen soliste genoemd, maar in 1702 is er ‘Mrs Finley, distinguished by the Name of Lady Mary for her incomparable Dancing’. Haar act is nog veel beter dan eerst, en ook in 1703 en 1704 werd het publiek uitgenodigd haar nieuwste vorderingen te komen bekijken.
Lady Mary lijkt in 1702 ook al een ongeluk gehad te hebben, want in de Post Boy van 9 mei 1702 staat een heel curieuze advertentie:
Whereas it hath been maliciously reported, That Mrs Finley, who, for her incomparable Dancing on the Rope, is unwillingly distinguish’d by the Name of the Lady Mary, was Dead: This is to inform all Persons, That the said Report is notoriously false, she now being in Mr Barne’s and Finley’s Booth […]
Zij danst en springt uiteraard weer als nooit tevoren. Maar (vermoedelijk) tweede helft 1704 was het dus wel raak. Dat leidt de Dictionary af uit de advertentie in de Diverting Post van 20 januari 1705, voor A Consolatory Epistle from the Earl of S—, to the Lord G—, in Imitation of the twenty-fourth Ode of the first Book of Horace, occasion’d by the Death of Lady Mary, the famous Rope-dancer. De dichter heeft het over een ‘faithless Rope’, wat een bedrijfsongeval suggereert. De titel van het werk speelt in op speculaties over haar echtelijke trouw. En zo eindigt haar leven met dezelfde verdachtmakingen die Weyerman bijna twintig jaar later ook uitte …
Hoewel de feiten dus behoorlijk lijken te kloppen met de herinneringen van Weyerman, blijf ik met vragen zitten: heeft Weyerman haar echt zien optreden? Of kende hij haar naam uit de London Spy van Ned Ward? Hing hij haar afkomst en reputatie op aan de vaste clichés? Of leidde hij die af van het pamflet van 1705. Of heeft hij haar echt gekend? –Jac Fuchs
Literatuur
P H Highfill jr, K A Burnim en E A Langhans (red), A biographical dictionary of actors, actresses, musicians, dancers, managers & other stage personnel in London, 1660-1800 (Carbondale 1973-1993), lemma ‘Findley, Mr.’ (deel 5, p. 266-267)
Daily Courant 14 april 1703, 27 april 1704, 28 april 1704
The Flying Post or the Post-Master, 24-26 april 1701
The Post Boy, 14-17 augustus 1697, 19-21 augustus 1701 en 7-9 mei 1702
The Post Man and Historical Account, 13-15 september 1698, 20-22 augustus 1702 en 2-4 mei 1704.
Bij het opnieuw bekijken van de eerste jaargangen van de Mededelingen kwam ik net een bijdrage van Barbara Sierman tegen: ‘Laroon, Johnsson, Penkethman, Lady Mary’ (MedSJCW 26, april 1980, p. 265-267).
Barbara haalde destijds al in grote lijnen de hier vermelde gegevens bij elkaar, en dat mag niet onvermeld blijven!