Gedachte gelijkenissen in de Syberg-roman van Reinold Vugs
donderdag 10 augustus 2017 – In het midden van maart verscheen in het centrum van Zoetermeer Syberg. Niet de man, maar het boek. Syberg is de krachtige titel van de vuistdikke roman van Reinold Vugs, vooraanstaand burger van Zoetermeer. De presentatie van het boek bracht plaatselijke notabelen en Campisten uit de regio bijeen. Een feestelijke gebeurtenis. Buiten regende het en binnen werd getoast op het boek.
De roman heeft ook nog een ondertitel die herinnert aan de boektitels uit de achttiende eeuw: ‘Of hoe een Duitse nepbaron Den Haag, Zoetermeer en de rest van de wereld veroverde’. Het is een vaardig geschreven en trefzeker opgebouwde geschiedenis, die zich afspeelt in de eerste decennia van de achttiende eeuw.
In het boek gaat het om de Duitse baron-goudmaker, de eenarmige Syberg. Voordat Vugs Syberg als hoofdpersonage koos, had Jacob Campo Weyerman dat al gedaan, in diens fenomenale roman De Leevens Byzonderheden van Johan Hendrik, baron van Syberg. Wat de roman of biografie van Weyerman zo bijzonder maakt, is zijn eigen optreden. Weyerman, als personage, duelleert als het ware met Syberg. Een eerlijk gevecht is dat natuurlijk niet. Voor wie mocht twijfelen: Weyerman en Syberg hebben echt bestaan. In de weergave van Weyerman en Vugs zijn zij zichzelf gebleven en veranderd.
Reinold Vugs volgt Weyerman. Ook in de roman van Vugs treedt Weyerman op, veelal aangeduid als Campo. Vugs treedt weliswaar niet als personage op, maar hij is in de hele roman aanwezig en lijkt zijn vertellerslot te verbinden aan dat van de in Den Haag werkzame kok Gaspar Jean le Blanc. Le Blanc vertelt het verhaal achteraf en becommentarieert zijn voorbije levensgevallen met terughoudendheid. Vugs heeft hierin bewonderenswaardig maat gehouden: te veel achteraf beter weten is gauw te veel.
Bij Le Blanc, zijn jeugd en zijn keuken, begint het verhaal. Het krijgt pas echt vaart als hij hoog bezoek krijgt van Syberg. Syberg eet niet alleen bij Le Blanc, hij trekt ook bij hem in: een alchemistische werkplaats wordt in Den Haag ingericht.
Vugs geeft Le Blanc een geschiedenis en een moeder in Amsterdam, die hij soms vergeet en dan weer met graagte opzoekt. In Den Haag raakt Le Blanc verwikkeld in een strijd met die andere fameuze kok, Vincent La Chapelle, die dankzij de bemiddeling van Syberg het Haagse veld moet ruimen. Le Blanc wordt de huiskok van Syberg en hij volgt hem ook naar het buitenhuis in Zoetermeer.
Campo is een trouwe bezoeker van Syberg en zijn rol lijkt op die Weyerman zich in zijn eigen boek gunde: de man die tegenspreekt. In het bijzonder voor Syberg en Le Blanc heeft Vugs wonderlijke levensgevallen in de aanbieding. De kok wordt een speurder, maar treedt op een beslissend moment op als redder van de baron. In die wending van speurder naar redder laat Vugs zijn Le Blanc knipogen naar F. Bordewijk. Vugs, die jaren geleden de biografie van Bordewijk schreef, laat Le Blanc verzuchten dat hij Syberg misschien wel dankbaarheid verschuldigd is: ‘een vaderfiguur die zijn zoon had tegengewerkt en hem zo sterker had gemaakt’. Katadreuffe vergeeft Dreverhaven. Le Blanc redt zijn vaderfiguur van een wisse dood en gunt Syberg – een smakelijk dessert – nog wel avonturen die te mooi zijn om waar te zijn.
Wat een leidende gedachte in de roman van Vugs is, is de vergelijkbaarheid van wat de kok, de alchemist, de schrijver en de minnaar doet. Op een subtiele wijze laat Vugs de beschrijvingen van de schrijver overgaan in die van de kok en die weer in die van de alchemist. Een andere gedachte, is optimistisch: ‘Alles bestaat wat gedacht kan worden.’ Het is niet alleen het motto van Vugs’ Syberg, het keert enkele keren terug. Zo bestaat ook alles wat Vugs geschreven heeft. —Peter Altena
¶ Lees hier de eerste drie hoofdstukken of bestel het boek via deze website.