donderdag 23 november 2017 – Aan de kleding te zien is deze anonieme Engelse aquarel rond de eeuwwisseling gemaakt. Het British Museum noemt de prent ‘Windy day’, ik heb er ‘Najaarsweer’ van gemaakt.
Er worden drie paraplu’s omhoog gehouden, één door een vrouw. Dat laatste valt op omdat het dragen van een paraplu in de 18e eeuw vooral een mannenaangelegenheid was. Of het was de knecht die met de paraplu liep. Het waait intussen zo stevig dat het dienstertje rechts zich ternauwernood vast kan klampen aan het hek. Een slagersjongen is al omgewaaid, en ligt met dienblad en varkenspoot aan haar voeten.
Achter het dienstertje lopen een dame en heer uit de betere stand. Naast hen loopt een negerjongetje met een bezemborstel: om voor de dame de straat schoon te vegen? Ze hebben anders dan het stel links nauwelijks last van de wind. Ook de koetsier die hoog boven iedereen uit torent, heeft nergens last van. De koetsier lijkt in zijn jas gegoten en zijn hoed blijft zitten waar die zit.
De eerste lichtgewicht vouwparaplu werd in Europa in 1710 geïntroduceerd door ene Jean Marius uit Parijs. Hij ging op dezelfde manier als tegenwoordig open en dicht, en woog bijna een kilo. Wikipedia weet te melden dat Marius een monopolie had op de verkoop ervan en dat er in 1759 een verbeterd model op de markt kwam. Daniel Defoe liet Robinson Crusoe er een maken die ook als parasol kon dienen (plaatje). Een zoektocht door Delpher leert dat er pas in de jaren ’70 voor geadverteerd werd in Nederlandse kranten, zoals in de Amsterdamse courant van 22-03-1777. —Rietje van Vliet
Het Chronologisch woordenboek van Nicoline van der Sijs, waarvan de eerste vermeldingen met de huidige zoekmiddelen vaak eenvoudig te verbeteren zijn, geeft voor de eerste vermelding van het woord paraplu het jaar 1786. Het leek me aardig om het woord ook even in Google Books te gooien, en dat leverde 1745 op, dankzij de elfde druk van “L Meijers Woordenschat […] door Ernst Willem Cramerus“.
Cramerus geeft “regenscherm” als verklaring van het woord.