Christiane Berkvens-Stevelinck (1946-2017)

donderdag 30 november 2017 – Vorige week overleed Christiane Berkvens-Stevelinck, na een rijk geleerd, spiritueel en dienstbaar leven. Zij werd 71 jaar en graag herdenk ik haar hier met respect.

Over haar leven en werkzaamheid als remonstrants predikant kan ik niet veel zeggen. Zij verscheen zo nu en dan in de media en zei dan onveranderlijk verstandige dingen. Zij stond midden in het leven en aarzelde niet om stelling te nemen.

Bij herhaling zag ik haar lopen, met een stok. Een ernstig probleem aan een van haar ogen maakte dat zij me niet zo snel herkende, maar als ik dan groette, wist ze onmiddellijk van de vele keren dat we elkaar spraken en de enkele malen dat we elkaar mailden.

Zij was de grote en onovertroffen kenner van de indrukwekkende Collectie Marchand, zoals die in de Leidse Universiteitsbibliotheek bewaard werd. Marchand was in het begin van de achttiende eeuw de bibliografische allesweter van geleerd Europa. Zijn boekenkamer was een intellectuele stapelmarkt: iedereen correspondeerde over alles en iedereen met hem én hij schreef terug.

Christiane Berkvens-Stevelinck heeft zich in de papierwinkel van Marchand een weg gebaand, voor alle onderzoekers van de vroege achttiende eeuw baanbrekend werk. Enkele keren maakte ik haar mee tijdens de werkcolleges over het Journal Littéraire, het tijdschrift dat onder redactie stond van Van Effen, ’s-Gravesande, Sallengre en naar verluidt ook Marchand. Dat was ergens omstreeks 1984-1985. Die colleges stonden onder leiding van Hans Bots en Jan de Vet en waren – zeker achteraf beschouwd – van een miraculeuze gulheid. Toen nog aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Ik had daar niet gestudeerd, was in het verre en vijandige Amsterdam afgestudeerd, maar welkom als deelnemer. Kom daar nu nog eens om! Christiane Berkvens-Stevelinck was tijdens die werkcolleges enige malen te gast en als zij er niet was, was zij een belangrijke vraagbaak. Zij wist veel, wist de wegen en deelde die kennis, zonder daar stoer of belangrijk over te doen.

Zo’n vijf jaar later, in januari 1991, hield zij voor de Stichting Jacob Campo Weyerman een interessante voordracht over Weyerman en de Franse réfugiés. Over de soms onbezonnen en haatdragende oordelen van Weyerman over Fransen en de Franse cultuur schreef zij met smaak en zonder de in die jaren nog vaak voorspelbare morele verontwaardiging.

Tijdens het Verlichtingscongres in Bristol, een eeuwigheid geleden, trok zij met ‘het jonge volkje’ op, dat behalve uit Nederlanders ook uit Zweden en Denen bestond. Samen met een wat oudere Zweedse geleerde die bij mijn weten niet mee aan tafel ging, maar de tijd van zijn leven had aan de bar, vertegenwoordigde zij de oudere generatie, zonder enig ongemak.

Haar publicaties zijn talrijk en divers. Heel opmerkelijk zijn de interviews die ze moderne Nederlandse auteurs afnam en die gepubliceerd werden in het Nieuw Letterkundig Magazijn. Zij schreef een boek over de Leidse Universiteitsbibliotheek die zij zo goed kende. Minstens zo opmerkelijk zijn de boeken die bij haar werk als remonstrants predikant passen.

Vrij onlangs heb ik haar nog eens gemaild met een vraag over Tyssot de Patot en Marchand en haast per kerende mail kwam er een nauwkeurig antwoord, zeer collegiaal en behulpzaam. Van heel wat rivieren heeft zij met stenen en steentjes de loop verlegd. —Peter Altena

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Christiane Berkvens-Stevelinck (1946-2017)

  1. Peter Altena schreef:

    Vandaag (8-1) verscheen in dagblad Trouw een uitgebreid ‘in memoriam’ over Christiane Berkvens-Stevelinck.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.