Het complexe beeld van Staring (2)

dinsdag 26 december 2017 – De feestelijke opening van het museum ‘Staring in Almen’ (Staal) had op 2 december jl. het sluitstuk moeten zijn van het Staringjaar, 250 jaar na de geboorte van de Achterhoekse dichter (zie mijn eerdere bericht hierover). Een boekje van Peter van Zonneveld en Adriaan van Dis had de opening extra glans moeten geven.

Maar het festijn ging niet door. Vandalen, onverlaten, hoe moet je ze noemen, stichtten een dag voor de opening brand in het museum. De roetschade was zo groot dat het herstel veel tijd gaat kosten. Het museum kan nu pas na april zijn deuren openen. Pien Pon, de initiatiefneemster en inwoonster van Almen, piekert vooral over de beweegredenen van de brandstichters, die nog niet zijn gepakt.

Het boekje met de titel De verliefde dichter, A.C.W. Staring 1767-2017 is intussen wel verschenen. Het piepkleine, fraai uitgevoerde boekje is de zesde uitgave van Uitgeverij Het Huis met de Drie Gedichten in Lochem. Jennine Staring, nazaat van de Achterhoekse dichter en bewoonster van het door hem nagelaten landgoed De Wildenborch bij Vorden, heeft een voorwoord geschreven. Ze stelt vast dat haar voorvader nog steeds springlevend is, gezien de aandacht die er in 2017 aan hem is besteed. Daarom past bij zijn herdenking de vraag hoe Staring de huidige tijd tegemoet zou zijn getreden.

Nu het museum voorlopig nog gesloten blijft, is er het boekje, dat een stap zet uit het verleden naar het heden. Daarvoor heeft Adriaan van Dis het gedicht ‘Herdenking’ van Staring gekozen over een ontluikende liefde in een landelijke schuilplek. De tekst van het gedicht hangt aan de wand in de gerestaureerde theekoepel die ooit werd gebouwd door Starings dochter Constantia. De koepel is te bereiken met een voetveer over de Berkel. Adriaan van Dis heeft het vers naar onze tijd verplaatst. Zijn gedicht handelt over een bos- en weidewandeling achter De Wildenborch met een Amsterdamse schone die hem tevergeefs probeert te verleiden. De pastiche is een mooi eerbetoon aan Staring.

In zijn inleiding haakt Peter van Zonneveld aan bij het gedicht van Staring dat door Multatuli werd bewonderd. Van Zonneveld noemt ‘en dralend rezen wij’ de mooiste regel uit de Nederlandse literatuur. In zeer kort bestek schetst hij het boeiende en veelzijdige leven van de dichtende landjonker. Inconsequenties waren Staring niet vreemd. Vanuit het Gelderse belang verfoeide hij in de Bataafs-Franse tijd de Nederlandse eenheidsstaat, maar onder koning Willem I uitte hij nationalistische kritiek op ‘die Brusselsche ellendelingen’ met hun Belgische Opstand.

Enkele mooie illustraties sieren het boekje, portretten van Staring, een aquarel van diens kleinzoon met de toepasselijke titel ‘Wij schuilden onder dropplend loover…’, een prent van De Wildenborch, getekend door zijn zoon, een bladzijde met zijn handschrift vol doorhalingen. Het thema van het boekje – de verbinding van het verleden met het nu – wekt de nieuwsgierigheid op naar de inrichting van het Almens museum. Het leven van Staring biedt zeker tal van aanknopingspunten om in het nieuwe museum, zoals ook de bedoeling is, de ontwikkeling van de Achterhoek in beeld te brengen. —Jan Postma

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.