Hoogtepunten van de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Nijmegen
donderdag 4 januari 2018 – Een paar maanden geleden haalde de Nijmeegse Universiteitsbibliotheek op onaangename wijze het nieuws. Het bericht dat de conservator oude drukken, Robert Arpots, bij zijn afscheid niet opgevolgd ging worden, zorgde voor ontstemming en verbijstering. De sussende woorden, van de kant van de directie, sorteerden een averechts effect.
De rust lijkt voor even weergekeerd. Eefje Roodenburg volgde Arpots op. Zij gaat door het bibliothecaire leven als ‘interim-conservator’, een aanduiding die mij niet gerust stelt.
Het welsprekendst pleidooi voor een échte conservator oude drukken verscheen enkele weken geleden: het boek Belangrijk Boekenbezit. Een bloemlezing uit de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Nijmegen, waarin tal van medewerkers van de Nijmeegse universiteit hun favorieten tonen en beschrijven. Het boek is samengesteld door Hans Kienhorst en Kees Veelenturf. Het is een schitterend boek, dat er geen geheim van maakt dat het eigenlijk ‘een Robert Arpots-boek’ is.
Arpots en Roodenburg geven ter inleiding van de ‘parade van werken’ een nauwkeurige schets van de geschiedenis en een indruk van de inhoud. De parade gehoorzaamt aan de regels van de chronologie en opent met middeleeuwse handschriften, incunabelen en post-incunabelen, de statussymbolen van oudere bibliotheken.
De achttiende eeuw is in de reeks ‘Hoogtepunten’ goed vertegenwoordigd. Nijmeegse hoogleraren als Piet Buijnsters en André Hanou stimuleerden in de jaren van Arpots om bijzondere drukken uit de eeuw van de Verlichting aan te kopen. Arpots kwam niet slechts tegemoet aan de wensen van hoogleraren, hij had er ook zelf zicht op en aardigheid in.
In het boek is er aandacht voor een Vondel-druk uit 1707, voor Pomologia van Johann Hermann Knoop – in de Mededelingen is dit perenboek ook al met ere genoemd -, voor de Nederlandse vogels uit het boek van Nozeman en Houttuyn, voor de eerste Shakespeare-vertaling in het Nederlands, voor een dichtbundel van Sara Maria van der Wilp. Het schitterend verzorgde boek laat zien hoe onontbeerlijk een conservator oud drukken is voor een bibliotheek die academische pretenties heeft. Het laat ook zien dat de Nijmeegse universiteit tal van geleerde ‘gebruikers’ telt voor wie een goede ontsluiting van het boekenbezit essentieel is. —Peter Altena