dinsdag 20 maart 2018 – Vorig jaar verscheen Lezen in de Lage Landen. Studies over tien eeuwen leescultuur. Het is een bundel bij gelegenheid van het afscheid van Berry Dongelmans van de Universiteit van Leiden en bijgevolg is het Leids coëfficiënt van de bundel erg hoog. Het is een prachtig boek, onder zorgvuldige redactie van Wim van Anrooy en Paul Hoftijzer, zeer divers, maar nogal weinig achttiende eeuw.
Ton Harmsen vroeg zich af of er op toneel – in toneelstukken dus – gelezen werd. Waren er toneelstukken die een bibliotheek als decor hadden? Ik ga de feestvreugde niet bederven door te onthullen wat de antwoorden zijn. Lees Harmsens stuk, dat de titel ‘Petrus Burmannus en de lezende vrouwen’ draagt, zelf maar!
Een ander opmerkelijk artikel is dat van Marijke van der Wal, ‘Leesvoer in den vreemde. Kennis, stichting en vermaak in de late achttiende eeuw’. De titel van haar artikel is niet erg uitnodigend, maar de inhoud mag gezien worden. Uitgangspunt wordt gevormd door de ‘Prize Papers’, de door Engelsen buitgemaakte brieven.
Een van de opmerkelijkste is die van Wernard van Vloten, boekhouder en schrijver te Essequibo. Hij bestelde met enige regelmaat boeken bij zijn neef J.M. van Vloten, boekhandelaar te Utrecht en in een brief van 26 september 1780 schrijft hij zijn neef dat er in Essequibo voordeel te behalen was met boeken die ‘meest Historisch, Spectoraal, Natuurkundig, en Satyriecq’ waren. ‘Spectoraal’, zo staat het er echt. Die opmerking, die neef nimmer zou lezen omdat de brief door Engelsen ingepikt was, wekt het vermoeden dat Wernard niet alleen bestelde, maar ook verkocht.
Op die bestellijst komen diverse tijdschrifttitels voor (de Philosooph, de Denker, de Philantrope), maar ook ‘de Werke van Campo Weyerman’. Over Weyerman, die in het register onder de C te vinden is, noteert Marijke van der Wal dat hij ‘in zijn publicaties een treffende representant van het satirische genre is’.
In een andere onderschepte brief komt een bestellijstje voor, waarin ‘boeke van Ludeman’ verlangd worden, ‘die syn aardig’. Over de Ludemanteksten wordt door Van der Wal vastgesteld dat ze ‘de facto van de hand van de veelkleurige auteur Franciscus Lievens Kersteman waren’. Kijk aan! —Peter Altena