Reclame voor de Historie des Pausdoms
donderdag 16 augustus – De verschijning van het eerste deel van de Historie des Pausdoms liep nogal wat vertraging op. Weyerman uit daarover op een heel creatieve manier zijn frustratie op 5 februari 1725, in nummer 17 van deel 2 van Den Ontleeder der Gebreeken.
Hij laat ons geloven dat hij in vermomming een herberg bezoekt, waar een gemêleerd gezelschap het werk bespreekt. Het heeft een exemplaar van de kopij bemachtigd, en de kritiek is niet mals. Daarbij worden (op p. 133-136) ‘het Sprookje van St. Ursula’ en ‘het Sprookje van de Zeven Slaapers’ voorgelezen.
Die sprookjes komen inderdaad in de Historie des Pausdoms voor, maar in andere bewoordingen. Weyerman haalde ze, zoals vrijwel geheel deel 1 en 2 van de Historie des Pausdoms, uit de Weekly Pacquet of Advice from Rome, een fel anti-katholiek tijdschrift (1678-1683) van Henry Care.1 We mogen daarmee ook deze passage in Den Ontleeder als een vertaling naar het werk van Care aanmerken.
Bijzonder is, dat het motto van diezelfde aflevering van Den Ontleeder óók in de Weekly Pacquet terug te vinden is.2
Eén aflevering later vervolgt Weyerman dit ‘Examen van de Historie des Pausdoms’. Hij behandelt daar het verhaal van ‘de Bezetene Brugsche Juffer’, onder verwijzing naar p. 109 van de Historie des Pausdoms. Dit verhaal vond ik niet terug in de Weekly Pacquet. Het zal een eigen inlas van Weyerman in de Historie des Pausdoms geweest zijn.
Het inzicht dat Weyerman het werk van Henry Care voor méér dan alleen de Historie des Pausdoms gebruikt heeft, danken we aan Jan Bruggeman.3 Jan en ik ontdekten sindsdien nóg een paar passages die Weyerman uit de Weekly Pacquet overnam.
Het motto van aflevering 7 van het tweede deel van Den Amsterdamschen Hermes (p. “41”[=49], 10 november 1722) siert ook nummer 6 van de eerste jaargang van de Weekly Pacquet (p. 41 [!], 10 januari 1679). Dat die overeenkomst geen toeval is blijkt daaruit, dat dit motto bij Weyerman gevolgd wordt door een verhaal dat is samengesteld uit ontleningen aan twee afleveringen van de Popish Courant – daarover meer in een volgende voetnoot.4
Een deel van de beschrijving van Romania, op p. 59-61 van nummer 8 van het tweede deel van Den Amsterdamschen Hermes, is ook gebaseerd op de Weekly Pacquet.5 Het motto van aflevering 47 van het tweede deel van Den Amsterdamschen Hermes (p. 369) heeft Weyerman onmiskenbaar overgenomen uit nummer 38 van de tweede jaargang van de Weekly Pacquet (p. 297). Even duidelijk is dat motto van de Weekly Pacquet jaargang 2 nummer 45 (p. 353) een nieuw leven gekregen heeft als motto van nummer 32 van de eerste jaargang van Den Ontleeder der Gebreeken (p. 249).
Een bijzonder hergebruik van een tekst uit de Weekly Pacquet vinden we op p. 246 van deel 1 van Den Ontleeder (nr. 31, 8 mei 1724, p. 246). Weyerman geeft daar actueel commentaar op een conclaaf dat in Rome werd gehouden. Hij vult dat aan met enkele opmerkingen over het niet kiezen van de naam Petrus door pausen. De historische gegevens die hij vermeldt, vinden we ook op p. 10 van deel 1 van de Historie des Pausdoms – en op p. 12 van de eerste jaargang van de Weekly Pacquet (nr. 2, 10 december 1678). Nog twee andere passages in Den Amsterdamschen Hermes lijken sterk op teksten in de Historie des Pausdoms én in de Weekly Pacquet.6
Met de al eerder gedane constatering dat delen 1 en 2 van de Historie des Pausdoms in grote lijnen een bewerking zijn van de eerste twee jaargangen van de Weekly Pacquet, zijn hiermee de nu bekende ontleningen aan de Weekly Pacquet opgesomd.7 Daarmee is echter lang niet alles gezegd. Wie goed rondkijkt in Den Amsterdamschen Hermes en Den Ontleeder der Gebreeken, ziet er meerdere motto’s zonder auteursvermelding, en een hele reeks anti-paapse passages, waarvan een niet te verontachtzamen aantal terug te voeren is op de Popish Courant, die Henry Care aan de Weekly Pacquet koppelde. Van die ontleningen zal ik in een volgende voetnoot een overzicht geven. —Jac Fuchs
1. Henry Care, The Weekly Pacquet of Advice from Rome, jaargang 1, nr. 20 (18 april 1679), p. 156-157.
2. Het is de opening van de Weekly Pacquet, jaargang 2, nr. 13 (3 oktober 1679), p. 97.
3. Zie Voetnoot 56.
4. Voor de ongeduldige lezer: het gedeelte over absolutie komt uit de Popish Courant van 3 januari 1679 (p. 39). Een Engelse versie van het daarop volgende recept is te vinden in de Popish Courant van 24 januari 1679 (p. 64).
5. Weekly Pacquet, jaargang 1, nr. 17 (28 maart 1679), p. 130-131. De tekst is ook te vinden in de Historie des Pausdoms, deel 1, p. 103-105. Het begin van de beschrijving van Romania, op p. 57-59, komt uit de Popish Courant van 7 maart 1679. Meer daarover in een volgende voetnoot.
6. Den Amsterdamschen Hermes 2, nr. 38, p. 304, over heiligenverering, bevat tekstfragmenten uit de aflevering van de Weekly Pacquet die ook het verhaal over de heilige Ursula bevat (jaargang 1, nr. 20, p. 155-159), en die ook de stof leverde voor de Historie des Pausdoms deel 1, p. 130-143. De opmerkingen over de oorsprong van het woord ‘paus’, in Den Amsterdamschen Hermes 2, nr. 39 (p. 309-310) corresponderen met de Weekly Pacquet, jaargang 1, nr. 14, p. 110 en met de Historie des Pausdoms, deel 1, p. 89.
7. Jac Fuchs, ‘”To give you a thorough insight shall be the scope of these successive sheets”. Enige nieuwe aanmerkingen over Weyermans Historie des Pausdoms’, in: MedJCW 32 (2009), p. 29-38.
Prachtig! Eigenlijk zouden we een kalender van pakweg 1720-1737 moeten hebben waar per dag/week wordt aangetekend wat Weyerman aan boeken, tijdschriften en kranten gebruikte en waar hij naar verwees. Dan zie je bijvoorbeeld wanneer hij Palingenius las en verwerkte – ik baseer me op de prachtige inleiding bij de Amsterdamsche Hermes-editie, die ik onlangs herlezen heb en waarvan ik de consequenties weeg in het vijfde hoofdstuk van de Campo-bio – en wanneer The Tatler, wanneer Ward, wanneer Feltham, wanneer de Weekly Pacquet enz.