Voetnoot 67

Weyerman:
haatprediker, populist, of doorgeschoten humorist? (1)

dinsdag 28 augustus 2018 – In een van de eerste nummers van deel 2 van Den Amsterdamschen Hermes beschrijft Weyerman de waren die de Paus ons te koop aanbiedt voor onze strijd tegen de duivel:

Voor eerst Acht en veertig jaaren kwytschelding, en een absoluite vergiffenis van het derde deel uwer zonden. […] Item Wywater, daar de Duy** voor vlugt […].

Weyerman beseft dat het dure tijden zijn, en geeft ons daarom een recept cadeau:

Neemt een halve maat gewyd zout, en vier stoop regenwater, hutselt dat onder malkander, en verspreit ‘er een een dozyn kruissen over, om deszelfs gisting te bevorderen.

Ook van de ‘Romeinsche Pil, die de Protestanten gants uitzuivert’ heeft hij het recept:

Recipe, Zeven pond Leeken-Onwetendheid, zo veel Munnikken-G**vruchtigheid als ’er te bekoomen is, een dozyn Volle-Aflaats brieven, en veertien dubbelzinnige spreekwyzen; Dagelykse Zonden in overvloed, benevens een zak vol Kwytscheldingen. Kookt dit alles in de Herssenschaal eens Jesuiets […] 

en zo gaat dat nog even door.1 Dit is niet de enige anti-Roomse passage in het vroege werk van Weyerman: er zijn er veel meer te vinden in Den Amsterdamschen Hermes en Den Ontleeder der Gebreeken.

Waar was Weyerman mee bezig? Was dit het ware gezicht van de man die in Breda twee onechte kinderen bij de jezuïeten liet dopen?2 Was hij inderdaad rabiaat antikatholiek? Of wist hij wat de stemming in de Republiek was en praatte hij zijn lezers naar de mond? Probeerde hij hen warm te maken voor zijn Historie des Pausdoms, die drie jaar later uit zou komen?

Mijn antwoord op die vragen is deels dat het op geloofsgebied in Europa, en in het bijzonder in Engeland, rommelde: Weyerman wilde actueel zijn, en dacht zijn publiek met zulke passages te bedienen en te amuseren. Maar er is nog een andere factor in het spel. Weyerman lijkt flink onder de indruk te zijn geweest van de taalvaardigheid, de creativiteit en de scherpe pen van Henry Care.

In Voetnoot 65 heb ik opgesomd waar Weyerman gebruik maakte van het tijdschrift The Weekly Pacquet of Advice from Rome; or The History of Popery(1679-1683), van Henry Care. Ik heb toen een gedeelte van de Weekly Pacquet bewust buiten beschouwing gelaten. Elke aflevering van de Weekly Pacquet bestaat uit acht pagina’s: in de eerste pagina’s, de eigenlijke Weekly Pacquet, behandelde Care de geschiedenis van de katholieke kerk, en leerstellige onderwerpen. De laatste pagina’s van elke aflevering kregen een eigen titel: The Popish Courant.3 Die pagina’s gebruikte Care om met anekdotes en actueel commentaar katholieken voor gek te zetten.

De afgelopen maanden hebben Jan Bruggeman en ik de antikatholieke teksten bekeken die in de tijdschriften staan die Weyerman schreef tot aan het verschijnen van de Historie des Pausdoms. We hielden ze tegen de eerste twee jaargangen van The Popish Courant. Bij de Rotterdamsche Hermes en de eerste jaargang van Den Amsterdamschen Hermes leverde dat niets op.4

Veel van zulke passages in de tweede jaargang van Den Amsterdamschen Hermes, daarentegen, bleken wél gebaseerd te zijn op teksten uit The Popish Courant. We geven daar vandaag graag een overzicht van. Dat overzicht laat zien dat Weyerman eind 1722 het werk van Care al door en door kende: voor de zevende aflevering, van 10 november 1722, lichtte hij passages uit maar liefst vijf afleveringen van The Popish Courant, en een week later selecteerde hij wéér uit vijf afleveringen passages die hij kon gebruiken! Zoals gewoonlijk zette hij de passages met gemak naar zijn hand. Zo situeert hij een anekdote over een schilder en een bakker in een herberg bij de beurs in Antwerpen, terwijl Henry Care hetzelfde voorval al ruim veertig jaar eerder beschreef – met Rome als locatie.

In een volgende voetnoot zullen we uit de doeken doen wat we in Den Ontleeder der Gebreeken gevonden hebben. —Jac Fuchs

Overzicht ontleningen aan The Popish Courant in Den Amsterdamschen Hermes

AH 2, nr. 5, p 39-40: ‘Den doop des Antekrists’ => Popish Courant 1 nr. 6, p. 47-48.
AH 2, nr. 6, p. 43-44: Welsh vers, en opmerkingen over samenzweren, Hoogverraad, en de methodes die jezuïeten hanteren => Popish Courant 1 nr. 13, p. 103-104.
AH 2, nr. 7, p. ’41’ [=>49]: over ‘kwytschelding’, vergiffenis en ‘Wywater’ => Popish Courant 1 nr. 5, p. 39.
AH 2, nr. 7, p. 50: een recept voor ‘een Romeinsche Pil, die de Protestanten gants uitzuivert’ => Popish Courant 1 nr. 8, p. 64.
AH 2, nr. 7, p. 50: Postscript over een scheepslading => Popish Courant 1 nr. 17, p. 136.
AH 2, nr. 7, p. 55: een Latijnse versregel, en Hermes heeft ‘geen Italiaansche brieven ontfangen’ => Popish Courant 1 nr. 15, p. 119.
AH 2, nr. 8, p. 57-59: beschrijving van Romania => Popish Courant 1 nr. 14, p. 111-112.5
AH 2, nr. 8, p. 61-62: een ‘Antwerpse’ anekdote over een schilder en een bakker => Popish Courant 1 nr. 17, p. 136.
AH 2, nr. 8, p. 62: aprilgrappen => Popish Courant 1 nr. 18, p. 143-144.
10 AH 2, nr. 8, p. 63: Latijns lied van de Whigs, klaagzang van een katholiek => Popish Courant 1 nr. 23, p. 183.
11 AH 2, nr. 8, p. 63-64: de geloofsartikelen der Jezuïeten =>Popish Courant 1 nr. 24, p. 189.
12 AH 2, nr. 9, p. 71-72: Latijns citaat, en snerende opmerkingen over katholieken => Popish Courant 2 nr. 19, p. 151-152.
13 AH 2, nr. 13, p. 100-101: Latijnse en Engelse citaten, de Eed van Opperhoofdigheid en de Eed van Getrouwigheid  => Popish Courant 2 nr. 11, p. 87.
14 AH 2, nr. 17, p. 133: Latijnse citaat => Popish Courant 2 nr. 34, p. 271 (motto).
15 AH 2, nr. 17, p. 133: Latijns vers => Popish Courant 1 nr. 19, p. 151.
16 AH 2, nr. 22, p. 176: Conspiratie=> Popish Courant 2 nr. 23, p. 183-184.
17 AH 2, nr. 30, p. 238: een Verdichtsel => Popish Courant 2 nr. 3, p. 24.
18 AH 2, nr. 36, p. 288: ‘een kruipende Armée’ => Popish Courant 1 nr. 11, p. 79.
19 AH 2, nr. 41, p. 328: voetnoot => Popish Courant 1 nr. 3, p. 23 (motto).
20 AH 2, nr. 45, p. 356-357: diefstal van relieken van St. Laurens=> Popish Courant 1 nr. 8, p. 63-64.
21 AH 2, nr. 47, p. 370: Engels vers => Popish Courant 2 nr. 44, p. 351.

Voetnoten
1. Den Amsterdamschen Hermes deel 2, nr. 7, p. 49-50 (10 november 1722).
2. Frans Wetzels, De vrolijke tuchtheer van de Abderieten Jacob Campo Weyerman (1677-1747) in Breda (Amsterdam 2006), p. 181. Wetzels geeft daar ook zijn visie op de geloofsovertuiging van Weyerman.
3. Een Popish Courant telt vrijwel altijd twee pagina’s, in enkele gevallen drie. De Weekly Pacquet en de Popish Courant hebben samen een doorlopende paginanummering.
4. Nr. 27 van de Rotterdamsche Hermes heeft als motto ‘Difficile est Satiram non scribere. Nam quis inique [/] Tam patiens urbis, tam ferrentut, teneat se?’ (uit de eerste Satyra van Juvenalis). Weyerman zou op dit idee gebracht kunnen zijn door het kortere ‘Difficile est Satyram non scribere’ dat Care als motto op nr. 2 van de eerste jaargang en nr. 13 van de tweede jaargang van The Popish Courant plaatste, maar het lijkt me niet aannemelijk. Dat hij ooit nr. 35 van de derde jaargang met de versie ‘Difficile est non Satyram’ gezien heeft, acht ik helemaal uitgesloten.
5. Het tweede stuk van de beschrijving van Romania is gebaseerd op een tekst uit de Weekly Pacquet, zie Voetnoot 65.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.