‘In het water’

Bij de zevende druk van Reize door het Aapenland

donderdag 13 september 2018 – Zo’n anderhalve week geleden hoorde ik van de uitgever dat de editie van Schasz’ Reize door het Aapenland intussen aan de zevende druk toe is. Zelfs als je de eerste twee drukken – die van 1788 en die van 1973, die van P.J. Buijnsters – buiten de telling wilt houden, is er sprake van een enorm succes. Schasz’ Reize spreekt aan: het is een gek en geestig verhaal, met een overrompelend begin. Al die herdrukken doen de uitgever en de editeur niet alleen ongelooflijk plezier, zij maken ook dorstig!

De herdrukken liegen niet, de verbulkboekte versie niet, maar mijn ervaringen nog minder. De afgelopen jaren kiezen van mijn eindexamenleerlingen altijd wel een paar vrijwillig de Reize en dat doen ze natuurlijk om hun leraar te behagen – niets mis mee, als het maar niet te opzichtig is (‘kijk meneer, dat is het boek dat u hebt uitgegeven’) -, maar opvallend vaak ook omdat ze van klasgenoten gehoord hebben dat het een vermakelijk boek is. Sommigen kópen het boek ook. Op enkele middelbare scholen heb ik, daartoe aangezocht door bevriende collega’s, het evangelie van het Aapenland mogen verspreiden. Goddank leidt dat niet tot geloof, maar wel tot lectuur.

Eén van de aantrekkelijke kanten van de Reize is, is dat wat er in het apenland gebeurt met heel weinig moeite te lezen is als een commentaar op wat er nu in Nederland en de wereld gebeurt. De satire van Schasz treft nog steeds doel.

Een ander pluspunt van de tekst is dat het allesbehalve appeltje eitje is. Schasz is Paape, ja, daar geloof ik wel in, maar volstrekt zeker ben ik er nu ook weer niet van. Soms vrees en hoop ik dat iemand ontdekt dat de Reize niet door Pieter ’t Hoen, maar ook niet door Paape is geschreven. Als ik voor gek moet staan, dan maar hier.

Wat met de Reize bespot wordt, dat is wel duidelijk – er blijven volksverleiders rondlopen die goedgelovigen wijs maken dat grote problemen eenvoudig op te lossen zijn -, maar wie in het bijzonder mikpunt van spot zijn, is helemaal niet zo duidelijk. In het nawoord doe ik wel enkele voorstellen, maar zekerheden hierover heb ik niet in de aanbieding.

Het aardigst is misschien wel dat het denken over de Reize nog lang niet klaar is. Het eerste hoofdstuk, waarin de echtgenote, de meid, het paard en de hond te water raken, dacht ik te verhelderen door een verwijzing naar het ‘Fragment van eene sentimenteele Historie’ (1785) van Bellamy. Dat vind ik nog steeds wel een verhelderende vergelijking, maar er is meer.

Sinds enige jaren neus ik nu en dan in het archief van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen – op zoek naar nieuws over de in Nederland vereerde mensenredder Wolraad Woltemade – en dan vind ik wat ik niet zocht, zoals een brief van Cornelis van Engelen waarin Pieter Vreede figureert. Cor de Vries houdt het niet bij neuzen; hij speurt, zoals bleek uit zijn artikel over de Maatschappij in het zomernummer van 2017 van de Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman.

De verbinding met de drenkelingenmaatschappij en de viervoudige verdrinking in de Reize had ik eerder niet gelegd. Wat betekent dat in de Reize? Het laten verdrinken is niet alleen een blijk van een sentimenteel gebrek aan daadkracht (Bellamy), maar ook als een onmodieus gebrek aan mensen- en dierenliefde (Maatschappij tot Redding van Drenkelingen). De hoofdpersoon van de Reize laat zijn middelvinger zien aan al die goedmoedige en goedbedoelende mensenvrienden. Toen ik het nawoord schreef, was die middelvinger mij ontgaan. —Peter Altena

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.