Expeditie Robinson Crusoe (1719-2019) – 11
donderdag 7 februari 2019 – In de lente van 1944 verscheen van een zekere Evelyn Palmer een kleine bundel sonnetten, Verses by a female Robinson Crusoe. Dat jaartal was te vinden in het colofon, maar verder was onduidelijkheid troef. De dichteres was een onbeschreven blad, de naam van de uitgever bleef ongenoemd.
In bezet Nederland was de Engelse taal de taal van overzee, in het geheim beluisterd. Deze bundel verspreidde de geur van illegaliteit, maar wie de bundel las, zocht vergeefs naar verwijzingen naar de actualiteit van onderdrukking, vervolging en oorlog.
Na de oorlog bleek Evelyn Palmer het slechts één keer gebruikte pseudoniem van Gertrude Pape (1907-1988). Uitgever was destijds Jaap Romijn, zoals ik lees in de ‘Verantwoording’ bij een Utrechtse heruitgave van 2016. Die heruitgave bevat behalve de bundel ook nog een bundel verzen van Theo van Baaren, A sheaf of simple poems, een tekst van Hans Renders over Gertrude Pape, een beschouwing over de bundels van Pape en Van Baaren door Onno Kosters en een verantwoording.
Renders beschrijft hoe Pape langdurig verbleef in Londen en Zuid-Afrika en zo haar uitzonderlijke beheersing van het Engels opdeed. Renders en Kosters leggen vervolgens diverse accenten. Renders ziet het echtpaar Pape-Van Baaren in de eerste plaats als surrealisten, terwijl Kosters de gedichten verre van surrealistisch acht, ‘het is relatief traditioneel van vorm, al spelen dromen wel vaak een rol’.
De Tweede Wereldoorlog dringt niet met een herkenbaar gezicht door in de gedichten van de vrouwelijke Robinson Crusoe, zoals ook directe verwijzingen naar de roman van Defoe ontbreken. Waar nadrukkelijke referenties ontbreken, kunnen desondanks onnadrukkelijkheden voor de goede verstaander duidelijk genoeg zijn. Dat geldt allereerst voor de associatie met Robinson Crusoe: de titel van de bundel zet de lezer vanzelf op het spoor. De insulaire verblijfplaats doet de rest. Het gedicht op bladzijde 7 begint als volgt:
Confused in Time, and that nice point of Space
Where lies my home and livelihood, unknown,
Yet is my course predictable: for thrown
On this lost island far from all my race
I can but cherish what is most my own.
De zee laat zich horen, de palmbomen verschijnen in beeld en daarmee zijn de verhoudingen duidelijk: eenzame en van huis gewaaide ik koestert de eigenheid die resteert. In een ander gedicht is er wel de droom van een ontmoeting, maar die droom vervliegt bij het ontwaken.
Het is goed mogelijk deze Robinsonfabel in verband te brengen met de persoonlijke omstandigheden van Gertrude Pape en met de tijdsomstandigheden. De omgang met surrealisten en haar relatie met de dichter en theoloog Theo van Baaren hadden haar op afstand gezet van het ouderlijk milieu. Haar vader, die als zuivelexpert werkzaam geweest was in Zuid-Afrika, had genoeg van de wereld gezien, maar de controle van kaas en roomboter was niet hetzelfde als surrealistische experimenten. Misschien overdrijf ik hier en schep ik een afstand tussen dochter en ouders die er niet was, misschien lag surrealisme dichter bij het zuivelbedrijf dan ik zelf voor denkbaar houd.
De illegaliteit van de bundel Verses reflecteert mogelijk niet allereerst persoonlijke eenzaamheid, maar vooral de artistieke ballingschap in anonimiteit. Robinson Crusoe gaf in 1944 hoe dan ook zijn stem en zijn ervaring aan een jonge dichteres. –Peter Altena
¶ Gertrude Pape (alias Evelyn Palmer), Verses by a female Robinson Crusoe/Theo van Baaren, A sheaf of simple poems, Utrecht, De Utrechtse Boekhoudpers 11, Utrecht, Salon Saffier 2016. Originele bundel zag ik in de KBH (KW 347 J 25). De illustratie is van Adine van Houten.
¶ ‘Expeditie Robinson Crusoe’ verzamelt berichten over Robinson Crusoe, om de zin in het tricentennial 1719-2019 te vergroten. Het dient ook als smaakmaker voor het Jaarboek De Achttiende Eeuw 2019, waarin aandacht wordt besteed aan de roman van Daniel Defoe.