Jan Blokker verlengt de achttiende eeuw
dinsdag 12 maart 2019 – Omstreeks 1974 geselde Jan Blokker in De Volkskrant, het huisorgaan van de wereldverbeteraars, de geitenwollen lezers die zich ‘en masse’ herkenden in de van hen vervaardigde karikaturen. In mijn herinnering had Blokker het daarbij gemunt op Nijmegen, waar de neo-toffelomonie overuren maakte.
In de bundel Ben ik eigenlijk wel links genoeg? (1974) zocht ik vergeefs naar op vegen uit de pan waarbij de naam van Nijmegen viel. Misschien in latere bundels. Ooit had ik een rijtje Blokkers, maar die hebben in de loop van de tijd het veld moeten ruimen. Nu is er een herkansing via DBNL, waarin Ben ik eigenlijk wel links genoeg? is opgenomen. De latere bundels (nog) niet.
In die 1974-bundel vond ik Nijmegen niet, maar wel een opmerkelijk optreden van Henk Vredeling, destijds minister van Defensie in het kabinet-Den Uyl. Vredeling was een kleurrijk minister. Van zijn nu en dan escalerende dorst maakte hij geen geheim. Hij beminde dan de ‘sound of breaking glass’. Ik herinner me een interview waarin hij de al bij leven heilig verklaarde Joop den Uyl afbladderde – en ook dat Vredeling dat gegund werd. Onder andere door Jan Blokker, op 11 mei 1974:
Niet alleen om z’n naam heb ik die Vredeling eigenlijk van meet af aan iemand gevonden die ik beter kon plaatsen in de achttiende eeuw dan in de ploeg van Den Uyl. Ook z’n gezicht heeft iets Wolff-en-Deken-achtigs: die combinatie van weldenkendheid en bonhommie, die Burgerhardtkant, dat rekbare waarvan je afleest dat hij veel kan hebben, maar toch niet over zich laat lopen.
Ik mag dat wel.
Wat wilde Blokker – of ‘bonhommie’ (met dubbel –m) en de merkwaardige –dt in de achternaam van Sara in het origineel staan, heb ik niet gecontroleerd. Ik heb me verlaten op de (niet altijd onberispelijke) weergave van DBNL – met die vergelijking eigenlijk? Maakte hij van Vredeling een soort Abraham Blankaart, een anachronisme in 1974?
Op 14 september 1974 associeert Blokker Vredeling andermaal met Wolff en Deken. Hij noemt Vredeling ‘Willem Leevend (of hoe heet die olijke minister van Defensie ook weer)’. De sympathie is niet verflauwd, maar waarom hem dan Wolff & Dekeniseren? Is het Vredelings ‘speaking name’ of toch vooral diens onvoorzichtige en ondoordachte eerlijkheid.
Of Blokker in latere bundels Nijmegen wel verketterde en nog steeds de achttiende eeuw lief had, weet ik niet. –Peter Altena