Bij het nieuwe nummer van Het Bilderdijk-Museum
donderdag 21 november 2019 – Onlangs viel het nieuwe nummer van Het Bilderdijk-Museum op de deurmat. Het museum mag dan vergeestelijkt zijn – als spook waart Bilderdijk nog rond in Buitenveldert: zie Arie Storms vermakelijke thriller Maans stilte; de liftmoord aan De Boelelaan kreeg kort erop een vervolg met de aanslag op de VU-neerlandistiek –, het blad is vitaler dan ooit. 36 bladzijden geleerd divertissement.
De twee bijdragen die het nummer openen, zijn de neerslag van lezingen eerder dit jaar gehouden. Die lezingen vonden plaats op vreemde grond. In het eerste artikel vergelijkt Eveline Koolhaas-Grosfeld de tekeningen van Jacob de Vos met die van Bilderdijk. De tekeningen van De Vos zijn in 2001 op verrukkelijke wijze geëditeerd, de tekeningen van Bilderdijk zijn nog eerder in een moderne editie uitgebracht. Eveline Koolhaas kwam op het goede idee beide tekenende vaders met elkaar te vergelijken.
In het tweede artikel buigt Gert-Jan Johannes zich over … de vlieger. Ernst en spel komen samen in de verbeelding van de vlieger. Aan het bijzondere verhaal dat al die vliegers in de literatuur en beeldende kunst vertellen besteedt Johannes op amusante wijze aandacht.
Uit nogal wat andere bijdragen blijkt dat de Bilderdijkse bronnen bepaald niet opgedroogd zijn. Heel bijzonder is de ontdekking van een nieuwe boerenbedrieger. Met de van hem bekende acribie presenteert Marinus van Hattum de tekst van een verjaarsgedicht dat Bilderdijk schreef voor zijn echtgenote. – Peter Altena
¶ De illustratie is een rebusbrief die Bilderdijk in 1791 aan zijn schoonzus schreef.