Voetnoot 149

Een angstvisioen

donderdag 30 januari 2020 – Begin 1725 hielden twee religieuze onderwerpen Weyerman in hoge mate bezig: het verschijnen van zijn Historie des Pausdoms, en de onlusten tussen katholieken en lutheranen in Thorn (tegenwoordig Torún, in Polen). Jan de Vet gaf daar in zijn bijdrage aan Het verlokkend ooft een heldere analyse van.[i]

De aflevering van 23 april 1725 van Den Ontleeder der Gebreeken is zo’n nummer waarin Weyerman volledig losging naar aanleiding van de zaak Thorn. Zoals hij zelf aan geeft, had een bericht van twee regels in de Amsterdamse Courant van 12 april 1725 zijn aandacht getrokken:[ii]

De Paus heeft de zaek van Thorn als afgryselyk, afgekeurt, en desweegen een zeer nadrukkelyke brief aen de Jezuiten aldaer, gezonden.

Het bericht bezorgt Weyerman direct een angstvisioen. Hij bevindt zich in een wildernis, waar hij een ondier observeert dat eerst een ‘Gebed eens Muyters aan de Vreede’ ten beste geeft, en daarna een ‘religieuze Armee’ beschrijft, die de katholieke zaken wel even zou gaan regelen.

Weyerman gebruikte, zoals ik ooit beschreven heb, voor de eerste twee delen van zijn Historie des Pausdoms de historische gedeelten uit The Weekly Pacquet of Advice from Rome van Henry Care.[iii]

In Voetnoot 67 en Voetnoot 69 heb ik laten zien dat hij meer dan eens de actuele satires uit dat blad – die hebben daar een eigen titel meegekregen: The Popish Courant – omwerkte tot even actueel commentaar op de katholieke kerk van zijn eigen tijd. Dat ik bij mijn opsomming in Voetnoot 69 deze aflevering van Den Ontleeder over het hoofd gezien heb, begrijp ik achteraf wel. Nog steeds heb ik geen idee waar Weyerman het monster en zijn gebed vandaan gehaald heeft. Maar in de beschrijving van het religieuze leger heb ik inmiddels ‘a List of the Popes standing Troops’ herkend, die te vinden is in The Popish Courant jaargang 1 nummer 10 (7 februari 1679). Weyerman heeft zijn creativiteit de vrije loop gelaten. Hele gedeelten van de lijst ken je dan ook nauwelijks terug. Zo staan bij Henry Care in de legerleiding:

Don Lucifer, Prince of the Revolted Seraphims, Generalissimo.
His Holiness in his proper person, Lieutenant-General.
The Cardinal Patron, Major-General.
The Father General of the Society of Judas, always residing in this City, Grand Master of the Artillery. 

Bij Weyerman staat maar één man aan het hoofd van de troepen:

De Generaal van onze Order, schrylings gezeeten over ’t Gewisse der Aardsche Goden, zal Generaal en Chef zyn op de Kruysvaart tegens de Thornisten.

Onherkenbaar ingekort en uitgebreid met een actuele verwijzing naar Thorn.

Verderop laat Weyerman zich meer in de kaart kijken. Zijn opsomming van de Kolonellen der Lojolieten (=Jezuïeten) is duidelijk een iets ingekorte versie van naamlijst van  kolonels van de Jezuïetse ruiterij die bij Care te vinden is. En zijn afsluiting is helemaal een weggever:

Vaar kwaalyk, Anatomist der Geestelyke Strotsnyders en zo je ’t hart hebt, raa eens wie dat ik ben?
      Dic cujus Nomen – et Phillida solus habeto.[iv]

Het is, hoewel gekortwiekt, onmiskenbaar een versie van het raadsel bij Henry Care: 

I shall take my leave of the whole Troop, with a very significant Anagram, deduced from the Name of one of their late seduced Votaries:
LO! A DAMNED CREW
Dic cujus Nomen – et Phillida solus Habeto. 
Find out the Mystery, and take the Popes blessing for your pains.

Het is een mooi voorbeeld van de vlijmscherpe stijl van Henry Care. Weyerman wist er kennelijk geen eigen anagram voor in de plaats te stellen.

En de oplossing van het anagram van Henry Care ? Edward Coleman. Deze was in december 1678 terechtgesteld op grond van de valse beschuldigingen van Titus Oates over een ‘Popish Plot’; geen wonder dat Henry Care hem twee maanden later opvoerde als hét voorbeeld van een landverrader die een fout geloof aanhing. – Jac Fuchs


[i] J.J.V.M. de Vet, ‘Over Weyermans Historie des Pausdoms. Een verkenning vanuit voorgeborchten’, in: Peter Altena, Willem Hendrikx e.a. (red.), Het verlokkend ooft. Proeven over Jacob Campo Weyerman (Amsterdam 1985), p. 101-141, over Thorn met name p. 103.

[ii] Het bericht staat op de tweede pagina, onderaan in de tweede kolom, precies boven de advertenties.

[iii] Zie Voetnoot 65. Sindsdien vond ik nog een ontlening aan The Weekly Pacquet of Advice from Rome in Den Amsterdamschen Hermes. In Voetnoot 67 gaf ik al aan dat het vierregelige vers op p. 370 van nummer 47 van de tweede jaargang van Den Amsterdamschen Hermes ook het motto was van The Popish Courant jaargang 2 nummer 44. Het verhaal over paus Formosus dat in Den Amsterdamschen Hermes aan de versregels vooraf gaat (p. 369-270), stond ook bij Henry Care direct vóór die versregels, op p. 350 van The Weekly Pacquet. Het is in andere bewoordingen terug te vinden in deel 2 van de Historie des Pausdoms, op p. 339-340.

[iv] Dic cujus nomen: zeg me wiens naam (het is); ‘et Phillida solus habeto’: en je zult Phyllis helemaal voor jezelf hebben. De laatste vier woorden zijn het einde van een raadsel in Ecloga 3 (regel 107) van Vergilius.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.