Nog een Waarschouwing (en twee Advertissementen) van Weyerman
dinsdag 7 april 2020 – In de Voetnoten 141 t/m 144 besprak ik Waarschouwingen van Weyerman in de eerste jaargang van Den Echo des Weerelds.[1] Weyerman had zich voor die teksten laten inspireren door de Divertisements in het tijdschrift The London Terrae-filius van Ned Ward. Of beter gezegd: het ging om zeven Waarschouwingen, een P.S. bij een Waarschouwing, een Weete, een Bekentmaaking, een Naamlyst van eenige nieuwe Boeken, en twee Advertissementen. Weyerman plaatste ze tegen het einde van een aflevering.
In Voetnoot 155 kon ik een Waarschouwing uit De Doorzigtige Heremyt aan het rijtje toevoegen.[2] Al had ik niet zo’n tekst in de tweede jaargang van Den Echo kunnen vinden, het werd zo toch duidelijk dat Weyerman ook na 1726 de Divertisements nog raadpleegde. Recent vond ik bij doorbladeren van Den Vrolyke Tuchtheer nog drie van zulke bewerkingen.
Als eerste is er de Waarschouwing op p. 104 van de Tuchtheer.[3] Deze prijst een mondstuk voor een kwaadsprekende tong aan. Het lijkt een bewerking van de ‘excellent new Bridle for an ill Tongue’, die ik in Voetnoot 142 al citeerde. Het is weliswaar een erg vrije bewerking, maar in het verkoopadres, ‘het uythangbort van Janus’, en in de opsomming van vrouwen bij wie het mondstuk toepasbaar is, vond ik voldoende ondersteuning voor het opnemen in deze voetnoot.[4]
Op p. 168 staat een Advertissement voor een opruiend boek:[5]
Daar staat in ’t kort een nut vertoog uyt te komen, getytelt, Een Aanrading tot Oproer: of een Opstel tot een Inlandschen oorlog, aanwyzende de staatkundigste wyzen om een volksbeweeging te verwekken, om tastelyke onwaarheden uyt te venten, en om de grondbeginsels van het gemeen te vergiftigen. Dat traktaat is geinventeert in de vreeze van armoede, by St. Bitter Tuymelgeest, half paap, half soldaat, half gereed geld, en half wanbetaling; en is te koop by Hopman Stuur, een boekverkooper in het Zwaard en de Pen, in Duk d’Albas hooft met de lange maanen.
Dat is onmiskenbaar gebaseerd op een ander Divertisement van Ned Ward:[6]
There is newly Publish’d a most useful Treatise, Intituled, An Exhortation to Rebellion: Or, A System of Domestick War; shewing the most Politick Methods of Raising Popular Tumults, broaching new Religions, and poysoning the People in their Principles. Written, in the fear of the Lord, by that Excellent Author Jeremiah Drumcusheon, half Priest, and half Soldier; and is to be Sold by Captain Sturdy, a Bookseller, at the Sign of the Sword and Bible in Calves-Leather-Row.
En op p. 288 van Den Vrolyke Tuchtheer, ten slotte, staat een Advertissement voor de opvoering van een komedie:[7]
Daar staat eerstdaags een oude overgehaalde klucht gespeelt te worden, op een vagabondeerent schouwtonneel genaamt, Het Handgeklap met den God der vliegen, Of, de Konst der Voorzegging op de wyze der Indiaanen. […]
In een ‘N.B.’ krijgen de quakers een duidelijke veeg uit de pan, maar bij Ned Ward vind ik de toespelingen complexer:
There is lately Repair’d in Barbakin, A Famous Wooden Theatre, to the great Amusement of the whole Town; where, under the Umbrage of Religion, is reviv’d an Old Pagan Droll, call’d, The Pawwawing with the Devil: Or, the Art of Prophesying after the manner of the Indians. By which Fools may be taught a new Religion, without the help of Scripture; and the Principles of Morality, without the use of Conscience: Also Beggarly Hypocrites may there learn to Rowl their Eyes, Beat their Breasts, Foam at Mouth, and so exactly to Dissemble all the Agonies of the Falling Sickness, that they may tumble down at any Corner of a Street, and move Compassionate Spectators to be Profusely Charitable. All these Excellent Arts, and Profitable Qualifications, will be suddenly taught at the Place aforemention’d, by a parcel of Jesuitical Jack-Puddings, call’d Camizars, who at present, notwithstand- Liberty of Conscience, are under a violent Persecution by the Low-Church Mobility.[8]
Barbakin zal staan voor Barbican, een straat in Cripplegate, een buurt die grenst aan het noordoosten van de oude City. Het huidige Quaker Court, waar nog steeds een Meeting House staat, en Bunhill Fields, een begraafplaats voor dissenters, zijn er niet ver van verwijderd. Zou het ‘Famous Wooden Theatre’ naar het Meeting House verwijzen? Camizars waren hugenoten met een geloofsbeleving die verwant was aan die van de quakers. De tekst roept dus wel associaties op met quakers en hun geloofsbeleving, maar Ned Ward noemt, in tegenstelling tot Weyerman, de quakers niet expliciet.
Het doorbladeren van de Tuchtheer deed ik op zoek naar een bepaalde passage van Weyerman, daarover vertelde ik al in Voetnoot 155. Die passage heb ik nog steeds niet gevonden, maar als mijn geheugen mij niet bedriegt, dan zit er nog een voetnoot in de pen over een idee dat Weyerman uit de Divertisements van de London Terrae-filius gehaald heeft … – Jac Fuchs
[1] Voetnoot 141, Voetnoot 142, Voetnoot 143 en Voetnoot 144.
[3] Den Vrolyke Tuchtheer nr. 13 (26 september 1729), p. 104.
[4] Ned Ward, The London Terrae-filius: or the Satyrical reformer. Being drolling reflections on the vices and vanities of both sexes nr. 3 (Londen 1707), p. 39.
[5] Den Vrolyke Tuchtheer nr. 21 (21 november 1729), p. 168.
[6] Ned Ward, The London Terrae-filius nr. 3, p. 40. In dit Divertisement lees ik een afkeer van religieus fanatisme zoals dat er bij de High Church was.
[7] Den Vrolyke Tuchtheer nr. 36 (6 maart 1730), p. 288.
[8] Mijn vermoeden is dat er tussen ‘nothwithstand-‘ en ‘Liberty’ een regel tekst is weggevallen.