maandag 4 mei 2020 – Maandagavond 20 april sloeg de mail, met het bericht van het overlijden van Wilfried Uitterhoeve, met stomheid. Hij overleed in Avignon, na een wekenlange strijd tegen het virus.
Onvoorstelbaar dat een man die zo vol van plannen was, voor wel vier à vijf nieuwe boeken – zo vol, dat hij er liefst niet over zweeg – , de adem benomen en de pen uit de handen geslagen is. Die vier à vijf nieuwe boeken, die zouden er ook zijn gekomen: niemand die zo trefzeker zijn belofte voor nieuwe titels inloste.
Heel lang stelde Wilfried Uitterhoeve, jurist, zijn tijd, kennis en eruditie in dienst van SUN, (voorheen) de Socialistische Uitgeverij Nijmegen. Wilfried en Henk Hoeks waren de ‘fondsvormende redacteuren’ van de uitgeverij, hun kennis en belezenheid op de terreinen van politieke wijsbegeerte, geschiedenis en literatuur was fenomenaal. Wie bij SUN publiceerde, wist dat de redacteuren ‘peers’ waren, meer dan eens beter thuis in de materie dan de auteurs die op kantoor kwamen.
In 1987 keerde Wilfried terug bij SUN, zijn oude liefde, die hij (voor enige jaren) had verlaten voor een loopbaan in de advocatuur en het juridisch onderwijs. Zijn gezicht kwam vanaf dat jaar scherp in beeld toen SUN van koers wijzigde en zich minder inliet met de voorbereiding van de revolutie en meer met de uitgave van wonderschone en geleerde boeken die de redacteuren zelf hadden willen lezen. Prachtig verzorgde boeken die de lezer tot nadenken en ‘anders kijken’ verleidden.
Die koerswijziging is moeilijk denkbaar zonder de rentree van Wilfried bij de uitgeverij. Hij stond aan de basis van de befaamde ‘A tot Z’-reeks, waarvan in 1987 en 1989 de eerste twee delen verscheen. Wilfried deelde van die delen het auteurschap met Eric M. Moormann. Onder zijn redacteurschap zagen meer ‘A tot Z’-delen het licht. Bij de voorbereiding van een nieuw deel uit die succesvolle serie mocht ik met twee goede vrienden aanschuiven.
Ergens in 1991 of 1992 nodigde Wilfried ons uit om op kantoor te verschijnen. Op de eerste verdieping troffen we Wilfried, in het gezelschap van uitbundige schotels met wat hij – was het schuldbewust of uitdagend? – ‘luxe broodjes’ noemde. Of wij in de reeks een deel over legendarisch geworden personages uit de wereldliteratuur en geschiedenis wilden maken? Ik geloof dat we ons alle drie in de broodjes verslikten, maar Wilfried schetste intussen vergezichten en noemde lemma’s die we beslist niet mochten vergeten. En zelf zou hij ook een lemma voor zijn rekening nemen. Zijn vertrouwen in zijn auteurs verplichtte die auteurs om het beste van zich te geven.
Over het uiteindelijke resultaat was Wilfried tevreden. Toen er van ons boek een Italiaanse vertaling verscheen, waarschuwde hij ons om de aanschaf van een Porsche nog maar even uit te stellen. Uiteindelijk zaten zelfs rolschaatsen er niet in, maar het tekende Wilfried als man van de wereld dat hij eerder aan een Porsche dacht dan aan een groeihypotheek. Van de weeromstuit droomden wij desondanks van snelle auto’s en die droom was beloning genoeg.
Na zijn pensionering en de overname van SUN wijdde Wilfried zich aan de geschiedschrijving. In 2009 promoveerde hij op een dissertatie over Cornelis Kraijenhoff. De sluizen van zijn eigen publiceren leken daarmee geopend: het ene boek na het andere, over Lodewijk Napoleon, het jaar 1813, de vereniging van Nederland en België in 1815 en in 2019 zijn spannende boek over de zaak Oldenbarnevelt. Na 2009 kwamen zijn boeken uit bij Vantilt, waar hij een nieuw thuis vond en een uitgever en redacteur naar zijn hart. Hij schreef ook tal van boeken over de geschiedenis van Nijmegen, een historische atlas en vorig jaar nog een geschiedenis van het pand O42. In die laatste geschiedenis was voorzichtig ook de geschiedenis van het eigen activisme present.
Op het terras van Vantilt verzamelden zich vorig jaar op de Vierdaagsevrijdag auteurs en vrienden van de uitgeverij. Iedereen kende er Wilfried en Wilfried kende iedereen, maar hij bewoog zich onnadrukkelijk en belangstellend onder de mensen. Met zijn milde spot en zijn tomeloze geestdrift won hij ieders sympathie: met een glimlach schonk hij je hoffelijk bij en informeerde daarbij naar jouw voornemens. De zon scheen gul en bijna niemand lette op de wandelaars. Ja, er zouden nog enkele boeken volgen en voor een van die boeken moest ik maar eens langs komen. Als hij terug was, want om Wilfried hing ook altijd de belofte van mediterraan leven. In zijn hoofd was hij veel op reis.
Toen hij weer in Nijmegen was, betraden Léon Stapper en ik zijn tuintje; of we wat wilden drinken? Olijven waren er ook. Wilfried ontvouwde zijn plannen voor een nieuw boek, het vierde of vijfde dat hij nog wilde maken, maar wij moesten wel meedoen. We beloofden erover na te denken en bij het weggaan, stopte hij ons beiden een klein boekje toe, beetje gegeneerd, leek het wel, een boekje met de titel Flaptekst, met een selectie van de door hem geschreven flapteksten, voor boeken van anderen en voor eigen titels. Verschenen bij gelegenheid van zijn 75e verjaardag. In de inleiding vroeg Wilfried zich af of het boekje een soort afscheid van publicistische activiteiten was. Dat leek ons toen een retorische formule, in de middag dat hij broedde op nieuwe boeken. Het is bedroevend dat de dood spelbreker werd en het boekje een afscheid is geworden.
Behalve de auteur en de redacteur Wilfried Uitterhoeve waren er meer Wilfrieds, maar wat al die mannen waaruit hij bestond gemeen hebben, is levenslust en een ruime blik. Hij was een man van de wereld en zal door velen in die wereld gemist worden. – Peter Altena
Binnenkort houd ik voor de vereniging Ons Amsterdam een lezing over Cornelis Kraijenhoff. De biografie van Uitterhoeve dient mij tot leidraad. Voor Amsterdam was hij belangrijk genoeg. Ik hoop de mensen de ogen te openen voor deze belangrijke Nederlander.
René Ros van het Documentatiecentrum stelling van Amsterdam presenteert wat er nog te zien is van de Posten van Kraijenhoff.
Ik heb Wilfried niet goed gekend, maar bij mijn ontmoetingen met hem (helaas te weinig) was ik altijd prettig getroffen door zijn ruime belangstelling in mensen en kunsten, pogingen anderen te stimuleren, grote kennis van zaken op vele terreinen en zijn wil anderen daarvan te laten profiteren. Zijn publicaties ken ik lang niet alle, maar ik las altijd met genoegen zijn delen uit de serie van A tot Z en bewonderde evenzeer de moeite die hij als redacteur deed om het beste uit anderen te halen, ook als hij zelf geen baat daarbij leek te hebben. Na de dood van Henk Hoeks enkele jaren geleden is dit de tweede grote klap (of heb ik enkele rampen gemist?) voor het team dat ooit het gezicht was van de SUN, een van de interessantste Nederlandse uitgeverijen van de laatste decennia.
Mooi verwoord, Peter. Dikwijls raadpleeg ik de informatieve biografie van Kraijenhoff en nog vaker het prachtige boek over 1813.