De terugkeer van Crusoe als klusser
dinsdag 2 juni 2020 – In het jaar na de ‘tricentennial’ leek het lot van Robinson Crusoe van Defoe bezegeld. In januari van dit jaar schoof Bart, onvolprezen lezer, me een knipsel uit De Volkskrant van 18 januari toe. Een stukje van Patrick van IJzendoorn over een door de BBC-radio verzorgde serie over de honderd Engelstalige boeken die ‘onze wereld hebben vormgegeven’. De opvallendste afwezige is Robinson Crusoe. Van IJzendoorn verbaast zich daarover wel, maar zelfs het begin van een verklaring ontbreekt.
Ongetwijfeld is de recent gewonnen reputatie van de roman als pleidooi voor het kolonialisme debet aan het wegschrijven van de roman van Defoe.
Groot was dan ook mijn verbazing en groter nog mijn instemming toen op 26 mei Peter de Bruijn in NRC Handelsblad de roman van Defoe een onweerstaanbare comeback gunde. Een hele bladzijde met als leidende vraag wat we ‘in de lockdown’ kunnen leren van Robinson Crusoe. Het artikel richt zich daarbij in het bijzonder op de talrijke verfilmingen van de roman en biedt een fraai overzicht van de transformatie van de oorspronkelijke geschiedenis.
Over de ‘lockdown’ komen we in het stuk dan weer niet zo veel aan de weet. De actualisering beperkt zich tot De Bruijns vaststelling dat ‘alle mensen die tijdens de lockdown in hun huis aan de slag zijn gegaan als klusser’ beschouwd kunnen worden als ‘verre nazaten van Crusoe’. – Peter Altena
¶ ‘Expeditie Robinson Crusoe’ verzamelde berichten over Robinson Crusoe, om de zin in het tricentennial 1719-2019 te vergroten. Het diende ook als smaakmaker voor het Jaarboek De Achttiende Eeuw 2019, waarin aandacht wordt besteed aan de roman van Daniel Defoe. Nu nog enkele nagekomen berichten.