Controverse!!!

Nader tot Johannes Hofman (1666-1735)

donderdag 1 oktober 2020 – Wat ik de voorbije maanden misschien wel het meest gemist heb – ik kom vervaarlijk in de buurt van de man die de Sarphatistraat ‘de mooiste plek van Europa vond’ – is de afdeling lopende tijdschriften in de grote bibliotheken. Lang geleden nam ik graag de omweg via Tilburg – in de kelder van de UB bevond zich een schitterende collectie tijdschriften – en Nijmegen mocht er ook zijn. Sneupen! Je vond wat je niet zocht. 

De Amsterdamse UB, wat een genoegen, al die tijdschriften. Daar is de voorbije tien jaar de klad in gekomen: op abonnementen is alom drastisch bezuinigd en afgebroken reeksen jaarboeken en periodieken (na 2012 niet langer leven!) bieden nu een droeve aanblik. Sommige tijdschriften zijn nog slechts te raadplegen door de ‘inmates’ van de Universiteit, wat maakt dat een openbare instelling voor sommigen openbaarder is dan voor anderen.

De Koninklijke Bibliotheek heeft nog wel een fraaie opstelling van lopende jaargangen, al is dat ook minder dan het was. Een van de voorbije dagen neusde ik in de recentste nummers van de tijdschriften. Geweldig! Een polemiek over de Thorbecke-biografie, een lovende bespreking van het boek van Angelie Sens, een themanummer over satire van Vooys, maar ook … het Documentatieblad Nadere Reformatie met een artikel van J. de Kok over Johannes Hofman, ‘een controversiële publicist’. Controversieel was hij dan vooral in Dordrecht, vanaf 1713. Nooit van hem gehoord, terwijl ik meer dan eens in het Dordtse archief gezocht had en veelvuldig controverse had gevonden.

De Kok slaagt er op overtuigende wijze in om het door Hofman vertaalde en geëditeerde oeuvre aanzienlijk te vergroten. Een boek per jaar, dat streefde Hofman na. De Kok komt in zijn reconstructie een heel eind. Wat waren de titels van Hofman? Prekenbundels van Nederlandse oud-vaders en puriteinse werken: Van Lodensteyn, à Brakel.

Een man met een missie, zoveel wordt wel duidelijk. In 1707 neemt hij contact op met raadspensionaris Heinsius en hij stuurt hem een pak boeken, zodat hij onder zijn notabele vrienden kan uitdelen. Hofman schrijft aan Heinsius dat hij eerder al heel wat boeken ‘aan de Joden’ heeft uitgedeeld en zo’n 50 à 60 exemplaren naar Antwerpen en Brussel heeft gezonden, ‘om aan de gereformeerde uyt te delen’. De wereld als missiegebied.

Hofman ging niet altijd zorgvuldig te werk. Het liefst gaf hij prekenbundels uit van intussen overleden predikanten. Maar de ene keer dat hij (zonder toestemming) de preken van een levende dominee uitbracht, tekende deze dominee bezwaar aan: zoals Hofman de preken publiceerde, waren ze nooit uitgesproken.

In 1713 had de classis van Dordrecht Hofman zo streng gestraft dat hij een veilig heenkomen zocht en vond in Londen. Na een paar jaar was hij terug in Dordt, maar de verhoudingen bleven beroerd. De Dordtse classis verklaarde in 1720 ‘geen boeken van dezen verwaanden Hofman meer te visiteren’. Dat weerhield Hofman er overigens niet van om boeken te blijven uitbrengen, vrijwel altijd op eigen kosten.

Hofman vond zijn strijd in de decennia dat ook Weyerman schreef en zijn eigen vijanden schiep. Maar de wereld van Hofman en Weyerman waren blijkbaar volstrekt gescheiden werelden. Wie het Documentatieblad leest en daarna de Mededelingen, weet dat die werelden nog steeds lichtjaren van elkaar verwijderd zijn. – Peter Altena

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.