Den wandelende Jood

Een nieuwe Jacob Campo Weyerman

zondag 15 januari 2023 – Tegen het einde van 2022 verraste de post de leden van de Stichting JCW met een aangenaam present: bij gelegenheid van het 45-jarig bestaan verscheen een geannoteerde editie van Den wandelende Jood. Voor de inleiding en de verklarende noten zorgde de Bredase campist Frans Wetzels. Het is een zeer verzorgd uitgegeven en rijk geïllustreerd boekje en een sieraad voor het Weyermanplankje in de boekenkast.

Het gaat hier om een uitgave van een (deel van) een handschrift uit de collectie van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Die collectie herbergt heel wat onbekende schatten. Een bekende schat is een band met handschriften van Jacob Campo Weyerman. Daarin zitten drie blijspelen – in 1979 naar het handschrift uitgegeven door André Hanou – en een vijftigtal bladzijden getiteld Den wandelende Jood.  

Hanou had die bladzijden ook al eens in getranscribeerde vorm opgenomen in de Mededelingen, maar nu ligt er een editie die ‘van fouten gezuiverd’ is en van verklarende aantekeningen voorzien. Voorts zijn de ontleningen getraceerd en het is moeilijk om hier niet de hulpvaardige hand te zien van de befaamde voetnotenfirma Bruggeman & Fuchs. 

De tekst oogt als de kopij voor een nieuw tijdschrift. Weyerman moet de tekst in Haagse gevangenschap hebben geschreven, een paar jaar voor zijn dood. In de tekst van Weyerman treffen verwijzingen naar een veldslag in 1745 en een libretto van Voltaire in datzelfde jaar. Zo beschouwd is de nieuwe editie een kleine bijdrage aan de Voltaire-studies.

Het is een heel levendige tekst, waarin de verteller zich door de wandelende Jood laat leiden. Vertrekpunt is Rotterdam, onder de Boompjes – niet zo gek, want daar stond de synagoge -, en later belandt het duo in Haarlem. Bij het laatste deel komt de lezer in de hel terecht, waarbij tal van helse verschijningen opsnijden over hun slechte daden om zo de duivel te plezieren. In verzen belijden Susa Albeschik, Joachim Donderbaard, Metje Huijkefaak, Tobbe Slobbe, Joost Holoog en Maaike Raagshoofd vol trots hun bijdragen aan de vermenigvuldiging van het kwaad. Van de verzen spat het plezier af.

Wetzels schetst in zijn informatieve inleiding de traditie van de wandelende Jood, traceert in een bijlage de bronnen waaruit Weyerman putte en maakt van pagina tot pagina de ingewikkelde zinnen en vele vergelijkingen begrijpelijk. Bijzonder is de verdediging van de dichter die schoonheden uit de meest uiteenlopende teksten overneemt en ze uitvent als van eigen makelij: ‘en waarom niet, hij heeft ze immers gevonden’. 

Mag er soms ook enige Gevangenpoortblues gehoord worden in de tekst? ‘Te vergeefs beraad zich een Mensch, aan wien de vrijheid is ontzegt van te mogen kiezen’. Den wandelende Jood is zeker niet het beste werk dat Weyerman schreef, maar de virtuoze stijl en de enorme afwisseling maken de lectuur tot een aangename ervaring. Deze lezer beklaagt zich nul komma nul over dit schitterend geschenk, sterker nog: integendeel. Dank aan Frans Wetzels en aan derden die deze uitgave mogelijk maakten.Van het boekje zijn nog enkele exemplaren beschikbaar. Informatie: post@weyerman.nl. – Peter Altena

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.