Dominee Petrus Santvoort

En zijn negentiende-eeuwse factchecker

maandag 20 maart 2023 – Vorige week kwam ik een boekje tegen waarvan ik nog nooit had gehoord: De legenden betreffende dns. Petrus Santvoort, theol. dr., predikant te Middelburg van 1700-1703, geschreven door J.G. Frederiks.[1] Het boekje is een overdruk van een feuilleton uit de Middelburgsche Courant en telt 31 pagina’s.[2] Frederiks (1828-1896) kennen we als medeauteur van het Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde [ca. 1890].[3]

In 2004 publiceerde ik een artikel over Petrus Santvoort, waarvoor ik gebruik maakte van gegevens uit onder andere het werk van Weyerman en twee artikelen van N.C. Kist uit 1842.[4] De publicatie van ‘factchecker’ Frederiks is mij toen ontgaan.

Trouwbelofte Maria van der Mast – Petrus Santvoort was een dominee in ’t Woudt, bij Delft, bij wie Weyerman na beëindiging van de Latijnse school enige tijd in diverse vakken lessen volgde. De familie Weyerman en Santvoort kenden elkaar, want beide families hebben in Breda gewoond.

Voor de komst van Weyerman naar ’t Woudt speelde daar een vervelende kwestie. Petrus Santvoort had namelijk een trouwbelofte gedaan aan Maria van der Mast, een rijke vrouw uit Delft, maar na enige tijd zag hij toch van dit huwelijk af. Van der Mast was zwaar beledigd en diende in april 1684 een klacht in bij de Classis van Delft en Delfland en eiste dat de dominee geschorst zou worden. 

Eerst diende er een zaak voor het Hof van Holland, want Petrus Santvoort betwistte of deze kwestie wel door de Classis behandeld kon worden. Het Hof van Holland stelde Petrus Santvoort in het ongelijk, waardoor de zaak terugkwam bij de Classis. Deze stelde vervolgens een akte op, ondertekend door Petrus Santvoort, die op zondag 8 april 1685 na de preek door dominee Borremans werd voorgelezen. Hierin bekende Santvoort dat hij onvoorzichtig had gehandeld ‘in sake van vryagie’ en vroeg hij vergeving voor zijn zwakheden. Daarmee was de zaak echter niet afgedaan, want na voorlezing van deze akte trad schoolmeester Thomas van der Strijp naar voren. Hij las een andere akte voor, die inging tegen de akte van de Classis.

Dominee Borremans liet het hierbij niet zitten en deed in de eerstvolgende vergadering van de Classis verslag van wat er in de kerk was voorgevallen. De Classis eiste van de kerkenraad van ’t Woudt inzage in de voorgelezen akte, maar ontving niets. De zaak kwam zelfs ter sprake bij de Synodale vergadering. Santvoort en Van der Strijp werden opgeroepen om op 15 juli 1687 in de Synodale vergadering te verschijnen. Santvoort bood zijn excuses aan en Van der Strijp verklaarde dat hij in opdracht van de lidmaten de akte had voorgelezen omdat zij hem als voorlezer van de kerk hadden aangesteld. De akte was daarna zoekgeraakt, maar met behulp van de minuut (concept) was een afschrift opgesteld, dat Van der Strijp overhandigde.

Hierna nam de Classis van Delft en Delfland de zaak weer over. De schoolmeester en twee ouderlingen verklaarden op 4 oktober 1688 dat zij zich niet correct hadden gedragen, maar zij hadden dit gedaan, ‘omdat sy eene overvloedige Liefde hadden tot haar Predikant’. Zij vroegen of de Classis de zaak niet kon laten rusten, omdat die al zo lang liep. Daar ging de Classis mee akkoord en na vierenhalf jaar werd de zaak eindelijk gesloten. 

In de tussentijd had Petrus Santvoort toch de ware liefde gevonden, want hij trouwde eind 1688 met Engelina Cleinoven, met wie hij in 1692 een dochtertje kreeg. In 1700 – Weyerman was toen al weg – werd Petrus Santvoort beroepen in Middelburg. Hij is daar maar kort dominee geweest, want hij overleed al in 1703. Hij werd nog geen 52 jaar oud.[5]

Santvoort in de Vaticaanse bibliotheek? – Over het leven van Petrus Santvoort bestaan enkele mythen die Frederiks in zijn publicatie probeert door te prikken.

Volgens de overlevering werd Santvoort niet direct na afronding van zijn studie tot het predikambt beroepen, maar trok hij de wijde wereld in omdat hij zijn ouders niet tot last wilde zijn. Via Frankrijk en Italië kwam hij in Rome, waar hij enige tijd in de Vaticaanse bibliotheek werkte. Op voorspraak van paus Clemens XI had hij een benoeming als onderbibliothecaris kunnen krijgen, maar dan moest hij wel overgaan tot het rooms-katholieke geloof. Dat wilde Santvoort niet. Daarop verliet hij Rome en keerde terug naar Nederland.

Frederiks kan zich niet voorstellen dat Santvoort in de Vaticaanse bibliotheek in Rome heeft gewerkt. Zijn argument is dat Clemens XI paus was tussen 1700 en 1721: toen werd Santvoort al beroepen in Middelburg. De mogelijkheid dat Frederiks’ bron de naam van de paus heeft verward met Innocentius XI, die paus was van 1676 tot 1689, wordt door hem niet in overweging genomen. 

In de artikelen van N.C. Kist komt paus Clemens XI niet ter sprake. Bij hem lezen we dat Petrus Santvoort door de opzieners van de Vaticaanse boekerij werd opgemerkt door zijn ‘zeldzame bekwaamheid en letterkennis’. Petrus Santvoort klom steeds hogerop en toen de onderbibliothecaris overleed, werd hem deze post aangeboden.

Santvoort in Frankrijk – In het werk van Weyerman lezen we dat Santvoort in Saumur twee monniken had betrapt op sodomie. In de 17e eeuw kende Saumur een protestantse academie, waar enkele Nederlanders, onder wie Jan Swammerdam, studeerden. Kort na 1685 werd de universiteit door de Franse staat gesloten. Heeft Petrus Santvoort soms hier een tijdje gestudeerd of gewerkt? 

Verder zei Santvoort tijdens de ondervraging door de Classis, dat hij in Frankrijk bij de roomse rechters, nadat hij vanwege zijn geloof was gevangen genomen, meer barmhartigheid had ondervonden dan in Delft. Een verblijf in Frankrijk is dus misschien wel waar.

Santvoort in Middelburg – En dan is er nog het verhaal dat Santvoort in 1703 een veroordeelde zou hebben bijgestaan. De man werd geradbraakt, maar de aanblik hiervan was zo schokkend voor Petrus Santvoort dat hij op het schavot een beroerte kreeg en overleed. 

Volgens het Register van Doodvonnissen te Middelburg is er echter geen doodvonnis uitgesproken tussen 30 oktober 1702 en 18 februari 1704. Een doodvonnis werd altijd onmiddellijk uitgevoerd en niet een jaar uitgesteld. Ook dit verhaal verwijst Frederiks naar het rijk der fabelen.

Santvoort en ’t Woudt – Frederiks noemt ook nog kort Jacob Campo Weyerman, die hij een ‘afkeerverwekkend wezen’ vindt. Niettemin heeft hij, met hulp van ds. C.A. de Bruijn, onderzocht of Weyerman in ’t Woudt belijdenis heeft gedaan bij Santvoort. Het resultaat was negatief: de naam van Weyerman komt niet in de kerkregisters voor.

N.C. Kist schreef meer artikelen over ’t Woudt dan die over Santvoort.[6] Elders las ik dat er een manuscript moet zijn (geweest), geschreven op fijn perkament, met de lange, intrigerende titel 

Verhael van Kerkelijke saken alhier op het Wout voorgevallen ’t sedert den aenbeginne des diensts van Petrus Santvoort Predikant 1682. En achtervolgt van sijn Successeur Petrus Pama, tot Predikant alhier bevestigd den 5 Sept. 1700. Op gelijke wijse agtervolgd van sijn opvolger Guiljelmus Koning, tot Predikant alhier bevestigd den 14 August. 1712. Mede agtervolgt van sijn nasaat Theodorus Lulius, al hier tot Predikant bevestigd den 1 Sept. 1715. Ook agtervolgt van sijn opvolger Meinardus Ruysch, tot Predikant alhier bevestigd den 3 Jan. 1745.[7]

Ik zou heel graag willen weten of dit document bewaard is gebleven en waar het zich nu bevindt.

Nieuwe vragen – De tekst van Frederiks roept ook weer nieuwe vragen op. Maria van der Mast liet zich bijstaan door notaris Abraham van de Velde en advocaat Vockestaert. Wellicht zijn er door hen opgestelde documenten over deze zaak bewaard gebleven.

En wat is er geworden van de weduwe Santvoort en haar dochtertje na de dood van Petrus Santvoort? Of we daar nog iets over kunnen terugvinden, is zeer de vraag. Het centrum van Middelburg is aan het begin van de Tweede Wereldoorlog door brand verwoest. Tijdens die brand op 17 mei 1940 is het Middelburgse gemeentearchief grotendeels verloren gegaan.

Toch is er genoeg aanleiding om voor verder onderzoek nog eens naar Den Haag, Delft  en ’t Woudt te gaan. En misschien moet ik in mijn beste schoolfrans maar eens een brief schrijven aan het stadsarchief van Saumur. Deze bijdrage krijgt dus mogelijk nog een vervolg. – Jan Bruggeman


[1] De afkorting ‘dns.’ staat voor ‘dominus’ (predikant). Het boekje bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, sign. 3115 G 54.

[2] Middelburgsche Courant van 17, 19 en 20 september 1892. Krant en boekje werden gedrukt door D.G. Kröber jr.

[3] J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde [ca. 1890]), 2e verb. druk.

[4] Jan Bruggeman, ‘Dominee Petrus Santvoort, leermeester van Jacob Campo Weyerman’, in: MedJCW 27 (2004), p. 71-77; N.C. K[ist], ‘Petrus Santvoort’, in: Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland, dl. 13 (Leiden 1842), p. 219-232 en N.C. K[ist], ‘Kerkelijke procedure tegen ds. Petrus Santvoort’, medegedeeld door W. Storm, predikant te Delft , in: Idem, p. 401-420.

[5] De geboortedatum van Petrus Santvoort is 6 december 1651. Hij werd op 10 oktober 1703 begraven.

[6] Zie noot 4.

[7] N.C. Kist, ‘De oorsprong van het patronaat-regt der kerk van ’t Woud’, in: Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland, dl. 13 (Leiden 1842), p. 211.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.