donderdag 5 april 2012 – Vorige week ontdekte Edwina Hagen in het Nationaal Archief een onbekende brief van de blinde dichteres Petronella Moens, alias Pietje Potentaat. De brief zat in een stapeltje post van de ambassade in Parijs, waar anno 1802 Rutger Jan Schimmelpenninck ambassadeur gestationeerd was.
De brief dateert van 14 juli 1802. Petronella richt zich, vanuit het Zeeuws-Vlaamse Aardenburg, tot Schimmelpenninck met het verzoek haar ‘afgeleefde vader’ financieel te ondersteunen. Zeeuws-Vlaanderen was toen ingelijfd bij Frankrijk. Alle uitkeringen waren toen ingetrokken. Zo ook het jaarlijkse pensioen van ƒ 800 dat haar vader als gepensioneerd predikant toekwam.
Moens doet vol verve een beroep op het mededogen van Schimmelpenninck, die op dat moment in Parijs de losbol uithangt. Of hij wil aankloppen bij zijn relaties aldaar, vraagt ze, om een goed woordje te doen voor haar vader. Met de hartelijke groeten van een ‘burgeres’ in hart en nieren.
In januari jl. was er ook al een brief gevonden, deze keer ondertekend met P.M. Moens. De brief bevond zich in de pakketten brieven die, onderweg naar Indië, door zeerovers zijn gekaapt. De briefschrijfster is 18 jaar wanneer ze (in 1780) schrijft aan Bartholomeus Jacobus Raket, die in Jaffanapatnam woont (Sri Lanka, Ceylon). Navraag leerde de ontdekkers echter dat het hier niet gaat om de blinde schrijfster maar om haar nichtje, Petronella Magdalena Moens. — RvV