Goethe in Franeker

zondag 20 mei 2012 –  Ook in de achttiende en negentiende eeuw was Franeker ‘de omweg meer dan waard’. Maar Goethe kwam er niet.

In zijn in 2011 verschenen novelle Het beeld van Goethe laat Kees ’t Hart in 1808 twee vertegenwoordigers van de Franeker Academie naar Weimar afreizen om van de zo bewonderde schrijver van Die Leiden des jungen Werthers toestemming te vragen een replica te mogen maken van een beeld in diens tuin.

Dat beeld – een bol op een kubus – komt er niet. Maar de Franeker delegatie krijgt Goethe wel te spreken. Daarmee is het goede nieuws meteen verteld.

De delegatie bestaat uit Henri van der Mussen, een braverik die bij terugkeer uit Weimar zijn onschuld moet zien te bewijzen, en de dubieuze jonkheer Eduard de Geer, die er vermoedelijk mede verantwoordelijk voor is dat er bij thuiskomst geen cent meer over is.

Van der Mussen is een interessant ‘character’: hij is in 1752 in Delft geboren! Net als Gerrit Paape, al schrijft ’t Hart dat dan niet. Interessanter is de geschiedenis van Van der Mussens zus Anna en de lotgevallen van haar exemplaar van de Werther-roman, waar zij zo mee dweepte. Dat levert een beeld van Goethe op, heel wat meer dan een kubus met een bol erop. Goethe is in de novelle van Kees ’t Hart toch maar mooi 68 pagina’s in Franeker. — PA

¶ Kees ’t Hart, Het beeld van Goethe. Franeker, Uitgeverij Van Wijnen 2011. ISBN 9789051944266. Prijs: € 10.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.