De kwaliteiten van Pieter van Bleiswijk

Pieter van Bleiswijk (1724-90). Portret (coll. Rijksmuseum) naar het pastel van Liotard dat zich in Genève bevindt

woensdag 23 mei 2012 – In het juist verschenen Jaarboek Delfia Batavorum (nr 21 – voor 2011, maar verschenen in 2012) staat een stukje van vier bladzijden over Pieter van Bleiswijk (1724-1790), door H.L. Houtzager. Veel plaatjes, weinig tekst. Vooral smaakmaker!

Van Bleiswijk was Delftenaar, dat verklaart zijn aanwezigheid in het jaarboek van het aan de Delftse geschiedenis gewijde jaarboek. Volgens Houtzager was Van Bleiswijk de ‘auctor intellectualis’ van de later zo gehate ‘Acte van Consulentschap’, die de dikke hertog Brunswijk haast onbeperkt machtigde. Later werd Van Bleiswijk raadspensionaris en in 1784 werkte hij mee aan de verbanning van de hertog die hij zoveel macht had gegeven. Houtzager weet meteen dat Van Bleiswijk dus ‘met alle winden’ meewaaide. Alweer een windvaan dus!

Zal wel, al overtuigt dit type karakteristieken me zelden. Mannen en vrouwen van stavast, dat zijn we allemaal, als we mazzel hebben en de wind voortdurend dezelfde kant opwaait. In 1987 verscheen in Holland een artikel over Van Bleiswijk, waarin hij in de ondertitel ‘un quantité négligeable’ genoemd werd. Tja. Wie was Pieter van Bleiswijk écht? Hopelijk neemt iemand eens de ruimte en de tijd om aan de hand van eigentijdse weerberichten Van Bleiswijk nader te peilen en hem niet alleen kwantitatief te waarderen, maar ook zijn kwaliteiten scherper in beeld te brengen.

Een mooi portret is beschikbaar. In het Musée d’Art et d’Histoire in Genève is een pastel uit 1756 te vinden. In dat jaar vervaardigde de toen befaamde Jean-Etienne Liotard een prachtig portret van Van Bleiswijk. Hij oogt wat corpulent – net als Brunswijk, die Liotard in 1755 portretteerde – maar lacht aangenaam en verlegen.

Na de dood van Van Bleiswijk werd de inventaris van zijn bezit opgemaakt. Die inventaris weet meer over deze Delftenaar dan het Jaarboek Delfia Batavorum. Zie daarover: F. Grijzenhout, Liotard in Nederland, Utrecht 1985, p. 145-148. — PA

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.