Erfgoed – don’t kill the widow!

donderdag 31 mei 2012 – De Gouden Eeuw, de eeuw van Rembrandt en Vermeer, Hooft en Vondel, was in de zeventiende eeuw nog niet de Gouden Eeuw. In Pro memorie, de gedrukte tekst van de inaugurele rede die Frans Grijzenhout hield op vrijdag 23 september 2011, bij de aanvaarding van het hoogleraarschap Kunstgeschiedenis van de nieuwere tijd, zijn de omtrekken te zien van de schepping van de Gouden Eeuw.

In Pro memorie gaat het om het vermaken van kostbare goederen. In het bijzonder weduwen spelen een bijzondere rol in de regie van de nalatenschap: zij modelleren door gerichte instructies in het testament de herinnering. Leve de weduwe! Ook andere nabestaanden hebben zich testamentair ingezet om de artistieke of academische nalatenschap van de bewonderde gestorvene te behouden.

Wat mooi is aan het betoog van Grijzenhout is dat hij zich niet enkel op bestaand onderzoek baseert, maar ook put uit de notariële archieven van Amsterdam, Rotterdam, Delft en Voorne-Putten. Echt onderzoek dus!

De manier waarop kunstwerken in de notariële archieven worden beschreven, laat goed zien dat de gevoeligheid voor de artistieke waarde van die kunstwerken toeneemt. Dat geldt ook voor de reputatie van schilders als Rembrandt. De bewondering voor de schilderijen van befaamde schilders klinkt door in de beschrijvingen in testamenten. Daarmee werd die bewondering als het ware doorgegeven. — PA

¶ Frans Grijzenhout, Pro memorie. Een gouden eeuw als erfenis. Nijmegen, Vantilt, 32 blz € 9,95.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.