donderdag 19 juli 2012 – Cornelis van Hoogeveen junior was een zuiplap. Hij was dusdanig aan de alcohol verslaafd dat hij in 1786 op dringend verzoek van zijn vrouw in een verbeterhuis werd opgeborgen. Daarvóór was het al hommeles, maar kennelijk kon men het liederlijke gedrag van deze Leidse boekverkoper nog wel velen.
Als patriot kom je hem nauwelijks tegen. Anders dan zijn kornuit Cornelis Heyligert, eveneens boekverkoper en als een vaste schaduw altijd in de buurt van Van Hoogeveen, heeft de zatterik niet deelgenomen aan de exercities van het Leidse vrijcorps. Was de corpsleiding soms bang dat Van Hoogeveen iemand aan zijn bajonet zou rijgen? In woord en geschrift was hij namelijk dermate anti-prinsgezind, dat je toch zou verwachten dat ook hij het vrijcorpsuniform gedragen had.
Zijn niet aflatende ijver en inzet voor het Leidse maatschappelijke culturele leven maakten Cornelis van Hoogeveen junior wereldberoemd in Leiden. Leienaars konden niet om hem heen. Dat deden ze ook niet. Want de Apekees, zoals hij door plaatsgenoot Le Francq van Berkheij werd weggezet, was een schurk. En ook een intrigant, die je niet tegen je moest hebben. Hij had vele naäpende vriendjes. Van Hoogeveen junior bovenop de rots. Een alfamannetje: Cornelis de Baviaan.
Leuk dus dat er van deze Leidse literator – dichten kon hij zeker – een nieuw portret is opgedoken. Onbekend, kopt Kees Thomassen, specialist in alba amicorum. Hij trof het silhouet aan in het vriendenboek van de Duitse knipkunstenaar F.A. Oetzel. ‘Tot op heden was van hem [CvH jr] een vrij onbeholpen gravure bekend en daar komt nu een op een stuk roze zijde geplakt portret bij’, meldt Thomassen verheugd op de KB-website.
Het knipsel oogt inderdaad fraai, al kan enige onholpenheid ook aan dit portret niet worden ontzegd. De bolle kop van de onholpen gravure (postuum gestoken) zie je terug in het knip- en plakwerk. Onze Cees heeft een spits toelopende kaaklijn en een enigszins vooruitstekende onderlip. Kinnebakje? Fout zittend gebitje? Leuk is dat het silhouet ook in spiegelbeeld kan worden ‘gelezen’, al krijgt hij dan wel de proporties van een blauwbilgorgel.
Het portret is in 1782 geknipt, en in hetzelfde jaar (3 juli) door Cornelis van Hoogeveen voorzien van een aardig gedichtje. Het was zijn sterfjaar, als we Thomassen mogen geloven, die Cees tien jaar te vroeg zijn laatste adem laat uitblazen.
Nog een ongerechtigheidje in het bericht over het portret. Het is namelijk helemaal geen onbekend portret. Elders in de KB-collectie bevindt zich een gravure met een identiek portret. In spiegelbeeld en met een wat minder krullende pruik. Het is duidelijk dat iemand (wie?) het knipsel zo aardig vond, dat-ie het nagetekend en daarna gegraveerd & afgedrukt heeft. De guirlandes rondom het portret zijn identiek. Bij de gravure is een handgeschreven gedichtje gevoegd: inderdaad, hetzelfde gedichtje dat ook in de vriendenrol van Oetzel staat.
Raadselachtige man, die Cornelis de Baviaan. — RvV