maandag 29 oktober 2012 – Afgelopen zomer verscheen in de serie Egodocumenten een boek met zo’n tweehonderd brieven die een vader schreef aan zijn kinderen aan de Kaap, gedurende de periode 1815 tot 1828: De ‘Kaapse Brieven’ van Cornelius de Jong van Rodenburgh.
De briefschrijver is Cornelius de Jong van Rodenburgh (1762-1838). Volgens het NNBW was hij een bekwaam zeeofficier en reisbeschrijver. Zijn maritieme carrière liep in de Franse tijd forse deuken op. Maar in 1815, het jaar waarin hij begint te schrijven naar zijn dochter Jeannette, die zojuist naar de Kaap was vertrokken, was zijn blazoen weer glimmend en glanzend. Citaat:
Na den vrede van Amiens in 1802 vestigde de J. zijn woonplaats, ten gevolge van een onteerend vonnis wegens zijn deel aan de overgave der vloot van Story, over hem uitgesproken, eerst te Kleef en daarna te Vucht bij ’s Hertogenbosch, waar hij zijn tijd gebruikte voor het te boek stellen zijner reisverhalen. Na de herstelling van ons volksbestaan in 1813 mocht de J. de voldoening smaken, het tegen hem uitgesproken vonnis vernietigd en zich in zijn eer hersteld te zien: hij werd tot de waardigheid van schout-bij-nacht of contreadmiraal verheven en op pensioen gesteld.
Dochter Jeannette trouwde in 1815 met de Zuid-Afrikaanse jurist Johannes Andreas Truter en vertrok met hem naar zijn vaderland. Vader en dochter schreven honderden brieven naar elkaar. Over hun huiselijke besognes. Over gezinsleden en vrienden. Over feesten en partijen. En over massa’s andere maatschappelijke en politieke onderwerpen.
¶ ‘Weest wel met alle menschen’. De ‘Kaapse Brieven’ van Cornelius de Jong van Rodenburgh. Bezorgd door Carla van Baalen en Dick de Mildt. Uitgeverij Verloren. ISBN 9789087042820. Prijs € 39 (640 pp met plaatjes). Het register op persoonsnamen vind je hier (op deze website ook andere brieven van Cornelius De Jong).