De Verlichting in Verloren zoon (1997), de robinsonade van J. Bernlef
woensdag 31 oktober 2012 – Bij de dood van Bernlef is met recht aandacht gevraagd voor Hersenschimmen (1984), de roman die hem nog jaren zal overleven. Het is een poëtische roman, waarin dementie een intensivering van leven en sterven, hechten en verliezen is.
Hersenschimmen is in het verleden vaak ‘plat’ gelezen als een roman (of erger: een studie) over het dementeren. Het is juist die ‘platte lectuur’, die annexatie van de roman door artsen, patiënten en nabije familieleden, die de roman de status van klassieker heeft bezorgd. Soms zijn misverstanden productief.
Veel minder bekend is Bernlefs kleine roman Verloren zoon uit 1997. Het is een anti-robinsonade of een moderne robinsonade. Hoofdpersoon is de toneelregisseur Rob Noordhoek die op een groot schip op de Atlantische Oceaan de verkeerde deur neemt en onopgemerkt in het water tuimelt. Noordhoek spoelt aan.
Het eiland neemt als tweede hoofdpersoon de drenkeling waar: ‘Dit is wat het eiland zag.’ Het aanspoelen van een mens is voor het eiland een gebeurtenis van belang: tien jaar geleden waren er voor het laatst mensen op het eiland gesignaleerd. De arme Noordhoek is plotseling alle regie kwijt en de verteller vonnist de drenkeling (en de mens die de Verlichting heeft leren kennen):
Mensen zijn geen dieren meer. In plaats daarvan zijn de taal getreden, herinneringen, wat zij hun beschaving zijn gaan noemen. Een dier dat honger heeft aarzelt niet. Het gaat op zoek naar eten, het weet instinctmatig waar het dat zoeken moet. Maar een mens weet niet meer hoe dat moet. Hij is het verleerd, maar zijn lichaam niet de honger, niet de dorst.
Juffrouw Laps is geen zoogdier meer!
De beschaving heeft de mens van zijn zelfreddend vermogen beroofd. De eenheid van lichaam en geest is voorbij. De geest is vaardig, maar bedient het lichaam niet meer.
In de loop van zijn verblijf merkt Rob Noordhoek dat hij zich anders dan Robinson niet kan redden. Er komen nog wel een hond en een papegaai voorbij. De hond heet Wolfgang, de papegaai Vrijdag. De hond brengt Duitse teksten op het eiland, de papegaai hoort Franse woorden en spreekt duidelijk drie woorden uit: ‘Liberté, Égalité, Fraternité’. Dat is wat er van de Verlichting op het eiland resteert, een schim van de revolutie.
Er is op het eiland meer kritiek op de Verlichting te rapen. Rob Noordhoek, intussen naakt, vindt op het eiland documenten van de West-Indische Compagnie en hij gaat de slaven tellen die door de Compagnie tussen 1676 en 1731 geëxporteerd zijn: 68.000!!! Ook de verkoopcijfers zijn beschikbaar en de gemiddelde prijs van een slaaf blijkt veertig gulden te zijn. De slavernij is in de roman een aanklacht tegen de Verlichting.
Zo is er in Verloren zoon meer dat zich laat lezen en duiden als confrontatie met de Verlichting van Robinson Crusoe. In het boek krijgt het eiland het laatste woord, de mens heeft het loodje gelegd. Voorstelling voorbij! Doek!! — PA
¶ J. Bernlef, Verloren zoon, Amsterdam, Querido 1997.