‘Ze beginnen hun ziel uit hun lijf te spelen’

Feest van het begin, prachtige roman van Joke van Leeuwen over de Franse Revolutie

donderdag 1 november 2012 – De Franse Revolutie heeft de vorige decennia al heel wat bezoek gehad van Nederlandse romanciers. Opmerking verdienen de romans van Nelleke Noordervliet (Het oog van de engel uit 1991) en P.F. Thomése (Het zesde bedrijf uit 1999), maar nu is er een nieuwe roman waarin de nieuwe tijdrekening in Parijs wordt gevolgd: Feest van het begin van Joke van Leeuwen.

Van Leeuwen was stadsdichter van Antwerpen en in Vlaanderen beroemder dan in het Noorden. Bijzonder zijn haar kinderboeken, meer dan eens onderscheiden. Zij schreef eerder enkele romans (die ik niet las). Enkele weken geleden werd bekend dat zij is onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs, een oeuvreprijs die soms als aankondiging van de P.C. Hooftprijs is gezien. Vorige week hoorde en zag ik haar, toen zij gedichten voordroeg, licht en speels, en ik begon aan de roman die ik enkele weken ervoor had gekocht.

Feest van het begin laat een aantal mensenlevens met elkaar verbonden en verstrikt raken, tegen de achtergrond van de eerste drie jaren van de Franse Revolutie. Die revolutie is op achteloze wijze genadeloos: de adellijke gouverneur van de Bastille wordt even gelyncht en een dienstmeisje met een zwarte vlek op haar bovenlip wordt op het Marsveld terloops slachtoffer van een verdwaalde kogel.

In de loop van die eerste jaren ontwikkelen zich twee vriendschappen, tussen de non Berthe en de vondelinge Catho en tussen de beul Charles en de pianofortebouwer Tobias. Allen zonder achternaam. De hoofdstukken volgen nu eens een van beide vrouwen, dan weer een van beide mannen. De vrouwen ontmoeten elkaar, verliezen elkaar uit het oog en verlangen naar elkaar. Terwijl de mannen elkaar ontmoeten in de muziek, verbonden raken in vriendschap en hun loyaliteit verliezen in de vervolmaking van de helse machine van de revolutie. Beide mannen gaan op in de muziek en sussen hun geweten terwijl zij hun ziel aan de duivel verkopen.

Letters lopen als een rode draad door het verhaal: Berthe, van adellijke komaf en in de revolutie dus een getekende, leert de vondelinge lezen en overal verschijnen letters: op het ouderlijk huis van Berthe is een P geschilderd (om de vogelvrijheid van de bewoners mee aan te duiden), iemand produceert een langgerekte m en een ring heeft de B van Berthe.

Het bijzondere van het boek is dat de levens in de nieuwe tijd in alle armoede en vertwijfeling getoond worden en zonder aanstellerij opgeschreven. Het boek laat geen ruimte voor heroïek, maar toont de mensen in hun verlangen naar vriendschap en verbondenheid. — PA

¶ Joke van Leeuwen, Feest van het begin, Amsterdam-Antwerpen, Querido 2012.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.