dinsdag 22 januari 2013 – Op donderdag 17 en vrijdag 18 januari vond er in Utrecht een congres plaats onder de titel Satire Across Borders. De grenzen werden in het congres behoorlijk opgezocht: de satire uit Iran en in Marokkaanse en Tunesische rapmuziekvideo’s flankeerde die uit Engeland en Italië.
In de inleiding op het congres werd een wat kunstmatige oppositie ontworpen tussen het ouderwetse onderzoek naar het genre van de satire en het moderne onderzoek naar de context van de satire.
Het indrukwekkendst was de eerste lezing – ‘keynote lecture’ heet dat in de newspeak – van de Amsterdamse hoogleraar Giselinde Kuipers onder de titel ‘Satire and dignity’. Op een overzichtelijke en overtuigende manier omschreef zij in een vrieskoude aula wat de slachtoffers van de satire te doen staat, om toch nog wat van hun gezicht te redden. Blozen, pruttelen, schreeuwen en bommetje leggen, daar kwam het min of meer op neer. De voorbeelden in haar betoog waren internationaal, maar met weinig moeite aan te vullen met Nederlandse voorbeelden.
Informatief was ook de lezing – andermaal ‘keynote’ – van de Brit David Bindman, die een aansprekend betoog hield over de kikker. In de zeventiende en achttiende eeuw waren de Nederlanders in de Britse satire de kikkers. De Fransen aten ze alleen maar op. Met de teloorgang van Nederland als serieuze concurrent op het wereldtoneel verdween ook de noodzaak de Nederlanders te haten en te hekelen. De nieuwe kikkers werden de Fransen. Het enige wat nog herinnert aan de oude reputatie van de Nederlanders is de naam die kosmopolitische landgenoten aan hun land geven: het koude, kleine kikkerlandje! Wat oogt als zelfverkleining is uiteraard hoogmoed.
Jammer is dat de publieke belangstelling voor het congres zo klein was. Voor je het weet, zijn dergelijke congressen ertoe veroordeeld alleen bijgewoond te worden door de sprekers en kijkt men raar op van Echt Publiek. Komt er een moedige mevrouw uit het verre Iran spreken over de satiricus Obaid-e Zakani en dan zitten er nog geen tien mensen in de zaal. — PA