donderdag 30 januari 2013 – In satire is dankzij de gebruikelijke Spielerei altijd sprake van een zekere gelaagdheid. Je moet satirische teksten en beelden altijd laag voor laag pellen, alsof het een ui is, om tot de kern van de kritiek te komen.
Dat uien pellen is nog wel eens een klus. Veel historici beginnen er niet aan, om de doodeenvoudige reden dat ze niet eens vermoeden dat een tekst of plaatje satirisch is bedoeld. Tijdgenoten doorzagen hun boodschap wel.
De contribuanten van de bundel Seeing Satire in the Eighteenth Century (verschijnt binnenkort) hebben daarom een groot aantal ogenschijnlijk serieuze schilderijen, gravures, tekeningen en beelden gedecodeerd. Ook in kleding (moffen!) vond men satirische karaktertrekjes.
Er is aandacht voor de 18e-eeuwse Parijse kunstenaar Gabriel de Saint-Aubin. Deze is bekend van zijn schitterende Livre de caricatures tant Bonnes que mauvaises (plaatjes en tekst). Vooral de billen onder een glazen stolp zijn geestig, zeker wanneer je je in het Louvre ook nog eens laat rondleiden langs alle tentoongestelde billen van het museum (hier).
Ook aan Franz Xaver Messerschmidt is een bijdrage gewijd. Met zijn gebeeldhouwde koppen leverde hij satirisch commentaar op de fysionomische theorieën van Lavater. Verder een artikel over: Prigozhaia povarikha (The Comely Cook or The Adventures of a Debauched Woman, 1770) van Mikhail Chulkov (Tchoulkov). En een intrigerende titel als ‘Seeing satire in the peepshow’.
¶ Elizabeth C. Mansfield en Kelly Malone (red.), Seeing Satire in the Eighteenth Century.
SVEC 2013:02. ISBN-13: 978-0-7294-1063-2. Prijs € 80 voor 320 blzz en vele plaatjes.