Utrechtse Maliebaan

zaterdag 9 maart 2013 – In de 17e eeuw was de Utrechtse maliebaan (spel) geplaveid met schelpen en had houten kantschotten waarop de afstand was af te lezen (plaatje).

Langs de baan waren aan weerskanten lommerrijke wandelpaden. De herberg bij het Lepelenburg deed dienst als maliehuis, waar je ballen en hamers kon huren. En waar je natuurlijk een glas kon drinken.

De wedstrijden trokken veel bekijks. Al gauw kwam er zoveel publiek, dat er ook andere horecagelegeheden werden neergezet. Zo werd een bezoek aan de Maliebaan hét uitje van de Utrechtenaars.

Het maliespel verloor, net als het kolfspel, rond 1700 langzaam zijn populariteit. In dat jaar klaagde de herbergier van het maliehuis over het gebrek aan klandizie. In 1796 werd het spel helemaal niet meer gespeeld en raakte het malieveld zijn glans voorgoed kwijt.

In 1715 schreef de Utrechtse doopsgezinde textielhandelaar Dionys Oortman nog een ode op de laan. Hij had er zelf een moestuin en was ongetwijfeld iedere keer dat hij tussen zijn bonen en sla-erwten liep, getroffen door de fraaie aanblik die de Maliebaan bood. Zijn lofdicht is eind vorig jaar, met nawoord, opnieuw in een beperkte oplage verschenen bij Salon Saffier, als deel 3 van de Utrechtse Boekhoudpers.

¶ Dionys Oortman, De Utrechtse Maliebaen. Salon Saffier. ISBN 978-90-807595-3-4. Prijs € 8,50 (genummerd, 40 blzz). Verkrijgbaar bij de uitgever, bij Hinderickx & Winderickx en bij enkele Utrechtse boekwinkels. Lees hier een krantenartikel over de uitgave.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.