Nader tot Gerard Brantsen

Schijngestaltenzondag 12 mei 2013 – Een magnifiek boek! Bert Koene schreef met Schijngestalten een geweldig boek over het leven van Gerard Brantsen (1735-1809) en zijn tijd. Gerard wie? Een intrigant en diplomaat in de roerigste decennia van de achttiende eeuw.

Zelden las ik een nauwkeuriger bericht over de verwikkelingen rond de Vierde Engelse oorlog (1780-1784). Dankzij de duizenden – ja duizenden! – openhartige brieven die Gerard aan zijn jongere broer Derk schreef, beschikken we in de goedgekozen woorden van Bert Koene over ‘een observatiepost in het hart van de vaderlandse politiek’.

Dat grote aantal, een aanwijzing voor een bijzondere band tussen de broers, was alleen mogelijk omdat ze van temperament en woonplaats verschilden. Beiden waren thuis in Arnhem, sympathiseerden met de stadhouderlijke familie en dankten hun financiële onafhankelijkheid aan de bezittingen en slavenhandel in Suriname: jaarlijks goed voor flinke bedragen (zoals de tentoonstelling Uit de plooi in Nijmegen nog even laat zien).

Derk bleef echter in en om de stad, terwijl Gerard Arnhem verliet en carrière maakte in Den Haag en Parijs. Gerard nam onder invloed van de ‘Hollandse matadors’, de leiders van de anti-orangistische groep in de Staten van Holland, afstand van de stadhouder, terwijl Derk en andere familieleden in Arnhem vechtlustig trouw bleven aan goede oude Willem. In Parijs behartigde Gerard als buitengewoon ambassadeur de belangen van het patriottiserend vaderland.

De broers bleven echter ‘on writing terms’ – want er was veel meer waar ze elkaar over schreven: de aanstaande huwelijken van neefjes bijvoorbeeld – en zij vertrouwden elkaar toe wat gelet op nationale en partijdige belangen eigenlijk geheim had moeten blijven.

De nederlaag van de patriotten betekende voor Gerard dat hij in zijn opgang gestuit werd, terwijl Derk victorie kraaide. In 1787 werd Gerard als ambassadeur afgedankt, maar hij nam geen genoegen met non-actief. De stadhouder kon nog best van zijn diensten gebruik maken, zo vond hij. Brantsen zag zich als een vertegenwoordiger van het patriciaat, dat in de Republiek een rol toekwam die elders aan de adel toebedeeld werd. Het familiebelang lijkt Brantsens grootste belang.

De dynastieke drijfveer verklaart ook de aanpassingen die Brantsen zich in zijn loopbaan veroorloofde. Wilde hij het belang van de familie dienen, dan waren alle andere zaken bijzakelijk. Dat familiebelang was lang niet altijd strijdig met het nationaal belang: zijn omgang met Napoleon en diens broer Lodewijk Napoleon laten zien hoe hij tegelijkertijd het familiebelang en het belang van het vaderland in het oog hield.

In een genuanceerd slothoofdstuk maakt Koene de balans op: hij weegt wat Gerard Brantsen dreef. Tweemaal maakte Brantsen een ‘volte face’, volgens Koene, maar achter de schijngestalten die hij aannam bleven zijn motieven dezelfde. Zo is hij op het slechtziende oog een windvaan, maar bij nadere beschouwing toch vooral niet.

Het boek van Koene is een héérlijk boek, goed en persoonlijk geschreven. Het boek ademt leven!

Alleen de in de ondertitel van het boek beloofde rokkenjagerij komt er bekaaid af. In Parijs veroorloofde de oude snoeper zich vrijerijtjes die niet zonder kind bleven. In zijn testament was hij zijn twee kinderen niet vergeten. Ook de mooie titel lijkt me ongelukkig gekozen. Het prachtige boek maakt die niet waar, maar een kniesoor die daar op let! — PA

¶ Bert Koene, Schijngestalten. De levens van diplomaat en rokkenjager Gerard Brantsen (1735-1809), Hilversum, Verloren 2013. Prijs € 29 (408 blzz.). Eerdere blogtekst over Brantsen: hier.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.