dinsdag 6 augustus 2013 – Nonnen en papegaaien: niet bepaald een prikkelende combinatie. Behalve wanneer de papegaai grofgebekt is als een zeeman. Dan levert het gevloek en getier van de vogel hilarische situaties op, met name wanneer deze slechts vrome nonnetjes onder zijn gehoor heeft.
Dit begreep ook Jean-Baptiste-Louis Gresset toen hij in 1733 het ‘heroï-komische’ dichtwerk Ver-Vert schreef: over een groene papegaai die bij de nonnen een vrome opvoeding heeft gekregen. Onderweg op zee, wanneer hij wordt uitgeleend aan een ver klooster om daar zijn vrome taal ten gehore te brengen, leert hij echter de taal van matrozen en hoeren.
‘Potverdomme! Hoe dom zijn die nonnen!’ roept het groene dier in dat vreemde nonnenklooster. De nieuwsgierige nonnen van dit klooster hadden reikhalzend uitgekeken naar hun vrome exotische logé, maar zijn nu onthutst over de schunnige praat die ze over zich uitgestort krijgen. Ze sturen Ver-Vert dan ook onmiddellijk terug. In zijn oude klooster moet hij boeten voor zijn verbale zonden.
Vorige maand verscheen van Ver-Vert een nieuwe Nederlandse vertaling van de hand van het collectief Ed Schilders, Jaap Engelsman, Martin Hulsenboom, Jos Swiers en Monique Bullinga. Helaas is de papieren uitgave niet in de handel, maar de geïnteresseerde papegaaienliefhebber kan de tekst wel downloaden.
Een bezoek aan het virtuele Papegaaienmuseum is voor de lezer van Ver-Vert een verplicht nummer. Zaal na zaal vind je hier afbeeldingen van papegaaien op schilderijen, gerangschikt naar thema. In het museum zijn ook leeszalen, bijvoorbeeld met lectuur over biddende papegaaien en over de combinatie papegaaien, wijn & wellust.
Het Papegaaienmuseum heeft verder een aparte verdieping die alleen aan Ver-Vert is gewijd. Daar vind je informatie over de drukgeschiedenis van de Franse tekst, maar ook over de talloze lezers (Frederik de Grote, Voltaire, Betje Wolff, Napoleon) en over de vele vertalingen, bewerkingen en afbeeldingen die er in de loop der tijd van zijn gemaakt.
Ook Weyerman was gek op papegaaien. Hij heeft er zelfs een paar in zijn bezit gehad (bron). Toen hij de Ontleeder schreef, had hij een groen-geel-rode vogel. Later had hij een blauwe papegaai, Karel genaamd, en ten tijde van den Echo des weerelds was een ‘groene Amasoon’ zijn huisgenoot.