De achttiende eeuw in het voorbijgaan (15)
zaterdag 17 augustus 2013 – Is er wel eens onderzoek gedaan naar de mode, in de 18e eeuw ontstaan, om obelisken in tuin of park te plaatsen? Ik denk het niet. Als je erop let, kom je ze overal tegen.
In Vaals staat achter winkelcentrum De Obelisk een fraai exemplaar. De steenrijke lakenfabrikant Johann Arnold von Clermont heeft die in 1790 laten oprichten om het noordelijke uiteinde van zijn domein te markeren.
Een obelisk is een zuil met vier zijden, die naar boven toe smaller wordt en uitloopt in een kleine pyramide. Dat doet wat aan een naald denken. De bekendste obelisken van Nederland, die van Rijswijk (1792-94), Soestdijk (1815) en Apeldoorn (1901), worden dan ook doorgaans gedenknaald genoemd.
Maar in Vaals doen ze daar dus niet moeilijk over: zij hebben gewoon een obelisk. En wat mij betreft mag hij er zijn, zeker na de prachtig uitgevoerde restauratie van vorig jaar.
De obelisk van Vaals bracht me nog een aantal Engelse obelisken in herinnering: in de achttiende eeuw zijn er daar heel wat neergezet. Een bijzondere Engelse obelisk is de reclamezuil die Richard Nash, de dandy die beter bekend staat als Beau Nash, als Master of Ceremonies van Bath in 1734 heeft laten plaatsen. De obelisk heeft een Nederlandse connectie, want Beau Nash wilde in ieders herinnering houden dat de prins van Oranje, stadhouder Willem IV, na een kuur in Bath prompt genezen was.
Nog even terug naar Vaals. Met de obelisk daar is nog iets bijzonders aan de hand. Obelisken werden vaak op een zichtas recht voor het midden van een van de gevels van een gebouw gezet. Ik zou zo’n verband met het Von Clermont-huis verwacht hebben, maar ik heb dat niet kunnen ontwaren. De obelisk staat wel midden in een vierkante vijver: dat dan weer wél … — JF
¶ Google op het woord ‘gedenknaald’ en je krijgt massa’s Nederlandse obelisken in beeld: hoog en laag, 18e-eeuws maar ook 19e- en 20ste-eeuws.