De achttiende eeuw in het voorbijgaan (23)
zaterdag 12 oktober 2013 – Bij de borg Nienoord zijn naast de poort nog enkele overblijfselen uit de achttiende eeuw te zien. Om die goed te zien moet je echt het terrein van het Nationale Rijtuigmuseum betreden. Er staat een fraaie sokkel, ook met de initialen van Georg Wilhelm von Inn- und Kniphausen.
Het mooiste pronkstuk van Nienoord is echter de schelpengrot. Volgens overlevering gemaakt door een dienstmeisje. Voor straf. Bijna iedereen heeft wel een idee van wat er met een schelpengrot bedoeld wordt. Maar toen ik de betekenis van het woord wilde opzoeken, kon ik die niet in het WNT noch de Van Dale vinden.
Mijn idee van een grot is dat er een achterwand en zijwanden moeten zijn, en dat het een ruimte is die op een natuurlijke wijze gevormd moet zijn. Of op z’n minst zo moet lijken. Maar voor schelpengrotten lijkt de lat toch iets minder hoog gelegd te worden: als het wat zijmuur en een plafond heeft die versierd zijn met schelpen dan is het voldoende. Hoe de buitenkant er uitziet doet er niet toe.
De schelpengrot van Nienoord bijvoorbeeld bevindt zich in een soort tuinhuisje, die van Paleis Het Loo bevindt zich binnenshuis. Maar toegegeven, het interieur van de grot van Nienhuis is prachtig. En misschien bood de grot vroeger nog een extraatje: in de grot bevinden zich twee koppen van Moren. Het verhaal gaat dat er een aanbouwtje is geweest van waaruit men de ogen van een van de Moren kon laten rollen.
Is de vraag wát een schelpengrot is al moeilijk te beantwoorden, ook het antwoord op de vraag hoeveel schelpengrotten er in Nederland over zijn, schijnt ongelofelijk lastig te geven te zijn. In Nienoord komen ze niet verder dan twee, getuige dit instructieve filmpje over de restauratie van hun schelpengrot. Wikipedia noemt er drie: Nienoord, ’t Loo en kasteel Rosendael.
Eén enthousiasteling noemt de Hermitage van circa 1775 op landgoed Backershagen in Wassenaar ook een schelpengrot, maar bij inspectie ter plaatse zag ik wel een grot, maar geen enkele schelp. De tekstborden op het landgoed houden het er ook op dat het een Hermitage geweest is.
Andere bronnen noemen ook Zutphen, waar ze ook tot drie komen omdat ze Nienoord niet meetellen. Op Zutphen, Het Loo en Rosendael wil ik later nog terugkomen. — JF