Apeldoornse schelpengrot is gebouwd voor vogels

De achttiende eeuw in het voorbijgaan (25)

apeldoorn-het-loo-2zaterdag 26 oktober 2013 – Over de wandeling van het station van Apeldoorn naar Het Loo kan ik kort zijn: ik heb er geen achttiende-eeuwse bijzonderheden gezien. En ook verder vond ik de bebouwing niet enerverend. Het geeft te denken dat het CODA er nog niet in geslaagd is om in de inrichting aandacht aan de geschiedenis van Apeldoorn te besteden.

Maar gelukkig was ik tijdens het Open Monumentendag-weekend in Apeldoorn, en hadden CODA en de gemeente een aardig gratis boekje met informatie over historische locaties samengesteld. Daardoor kwam ik erachter dat de geschiedenis van hotel de Keizerskroon, waarvan het huidige gebouw er nog geen 40 jaar staat, terug gaat tot 1689, en heb ik een sfeervolle afbeelding van de Keizerskroon uit 1721 gezien (hier).

Een andere herinnering aan de achttiende eeuw staat niet ver van de Keizerskroon, aan de Tuinmanslaan. Daar staat namelijk een achttiende-eeuwse olifantenstal, vlak bij de personeelswoningen van paleis Het Loo. Aanvankelijk was er op Het Loo helemaal geen menagerie (die bevond zich op Honselaarsdijk); wel waren er volières.

Het Loo, olifantenstalPas voor stadhouder Willem V werd er op Het Loo een complete menagerie ingericht. In 1786 kreeg hij van de VOC twee Indische olifanten: Hans en Parkie. Hun stal beslaat slechts een gedeelte van het gebouw op de foto: alleen de ruimte direct achter de grote deur in het midden en het raam links ervan was voor de olifanten. Hans en Parkie werden na de Bataafse revolutie in 1795 naar Parijs overgebracht: die tocht nam toen ongeveer zes maanden in beslag.

 

Het Loo, schelpengrot buitenHet eigenlijke doel van mijn bezoek aan Apeldoorn was de schelpengrot van paleis Het Loo. Deze bevindt zich in een aanbouwtje in de Koninginnetuin. Dat bouwsel doorbreekt in feite de symmetrie van het paleis, maar door de ligging ervan, achter een hoge muur, valt dat niet op.

 

 

Het Loo, schelpengrot 2In 1699 diende de schelpengrot als volière. De lijfarts van Willem III meldt in zijn beschrijving van het Loo (1699) dat de volière buiten stond, omgeven door traliewerk, waarbij de schelpengrot de vogels een schuilplaats bood tegen weer en wind. Klik op de illustratie om de schelpengrot beter te kunnen zien.

De schelpengrot is dus nog zeventiende-eeuws en net als de schelpengrot in Zutphen in een gebouwtje gevestigd. Ook de schelpengrot van Het Loo ziet er prachtig uit. Hij hoort wat mij betreft met die van Nienoord en Zutphen voor honderd procent thuis in het in het rijtje Nederlandse schelpengrotten. — JF

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.