woensdag 2 oktober 2013 – Maakt werken aan de Leidse universiteit gelukkig? Je zou het na lezing van de bundel Ellendige levens. Nederlandse schrijvers in de negentiende eeuw haast denken.
Bij gelegenheid van Peter van Zonnevelds afscheid van de opleiding Nederlandse taal en cultuur openden vrienden en collega’s een ‘hall of misery’. In het pantheon van de droefenis waren velen welkom: van Jacob Haafner tot Multatuli. Het zou geen mooi feest zijn geweest zonder bijdragen van Peter van Zonneveld zelf. Hij draagt dan ook twee hoofdstukken bij en die gaan niet over de minsten: Bilderdijk, van zichzelf al een stuk verdriet, en Borger, die wat mij betreft de kampioen ‘ellendig leven’ is.
Het is een smakelijk boek, de hoofdstukken zijn talrijk en bondig. Ook is het een onrustbarend boek: na twee bladzijden over Elisabeth Maria Post (door Bert Paasman) raak ik benieuwd naar de ellende van de Génestet (zoals vereeuwigd door Henk Eijssens). Heerlijk, de sterke drank van Adriaan van der Hoop junior wordt (door Willem van den Berg) noodlottig op tafel gezet. De vrienden en collega’s van Van Zonneveld schrijven met een verontrustende monterheid over de ellende van anderen, van toen. Het moeten gelukkige mensen zijn, die zo’n scherp oog voor andermans ellende hebben.
De vrouw met het grootste talent voor kwetsuren, Betsy Perk, krijgt een eigen hoofdstuk (van Jacqueline Bel). Dat lijkt meer dan waar haar leven en werk recht op gaven, maar ik klaag niet, want ik ben dol op Betsy, op haar autobiografie Mijn ezeltje en ik. Steeds weer vraag ik me af wie toch dat boek schreef: Betsy of het ezeltje?
Missen we ongelukkige schrijvers? Ik weet er maar een paar: Henri Roorda, de zelfmoordenaar, en Nierstrasz, de man die doodgepest werd. Berkhey? Bilders? De bundel stelt impliciet de vraag: was er iemand in de negentiende eeuw gelukkig?
Na lezing van tien ellendige levens hield ik het niet langer. Geen leedvermaak, althans dat denk ik, maar wie zich na het lezen van zulke bakken ellende geen geluksvogel weet, moet maar ophouden met lezen. De volgende levens bewaar ik voor later, voor de dagen dat ik denk tegenslag te hebben en vertrouwde hulpmiddelen falen. Een panacee voor alle kwalen, Ellendige levens! — PA
¶ Rick Honings & Olf Praamstra, Ellendige levens. Nederlandse schrijvers in de negentiende eeuw, Hilversum, Verloren 2013. Prijs: € 25,- (286 blzz, geïllustreerd).