Kunstenaarsmigranten rond 1700

Londen 1751 door T Bowlesmaandag 9 december 2013 – Eén van onderzoekers aan het Utrecht Centre for Early Modern Studies (UCEMS) is Sander Karst. Hij doet promotieonderzoek naar de migratie van Nederlandse schilders naar Groot-Brittannië aan het einde van de Gouden Eeuw. Hij richt zich op de vraag hoe die Hollandse kunstenaars hun werk aanpasten aan de smaak van de Britten. Zij wisten bovendien met succes de kunstmarkt in de Engelse hoofdstad naar hun hand te zetten.

Weyerman behoorde net als zijn collega-kunstenaarsbiografen Houbraken en Van Gool tot de honderden Nederlandse kunstenaars die om economische redenen voor korte of langere tijd naar Engeland verhuisden. Vanuit Den Briel maakte Weyerman in 1704 de oversteek naar Londen, waar hij naar eigen zeggen aan Brabantse en Hollandse schilders een bezoek bracht (autobio). Hij verwerkte zijn observaties (of die van zijn voorgangers) in de lemmata van zijn Konst-schilders.

Sander Karst schreef zojuist een omvangrijk artikel in Simiolus over de kunstmarkt in Londen, zoals Weyerman die heeft waargenomen: ‘Off to a new Cockaigne- Dutch migrant artists in London, 1660-1715’, in Simiolus, vol. 37-1 (2013-2014), p. 25-36. In dit artikel laat hij Weyerman veelvuldig aan het woord. Citaat:

In order to illustrate the exceptional artistic climate in the Dutch Republic during the Golden Age, art historians often quote two English travelers who expressed their amazement at the widespread popularity of paintings among the Dutch. […]. The arts in the Netherlands were not flourishing at all a few decades after the visits of Mundy and Evelyn, and in Weyerman’s words it was London that had become ‘the Cockaigne of all the arts’. Artists who could no longer sell their work in the Republic saw London as an attractive alternative for continuing their business.

Over dit onderwerp spreekt Karst ook op de publieksdag Making & branding van de Gouden Eeuw van UCEMS. Die vindt plaats op zaterdag 18 januari 2014 (info). Citaat programma:

De middag zal worden geopend met een lezing van Marja Ros, eindredactrice van de NTR/VPRO-serie De Gouden Eeuw, gevolgd door een lezing van prof. dr. Maarten Prak (UU). Beiden zullen ingaan op de uitdagingen en hindernissen bij het maken van een audiovisuele representatie van de Gouden Eeuw, alsook de interactie tussen wetenschap en media. Hierna gaan we in een interdisciplinair georganiseerde tweede sessie op zoek naar het ontstaan van het idee van een Gouden Eeuw en de marketing van dit begrip in historisch perspectief. Nadat dr. Lotte Jensen (RU) is ingegaan op de mythevorming rond de Gouden Eeuw, zal prof. dr. Koen Ottenheym (UU) spreken over de internationale successen van Nederlandse architecten in de zeventiende eeuw. De sessie wordt afgesloten met een presentatie van drs. Sander Karst (UU), die promotieonderzoek doet naar de migratie van Nederlandse schilders naar Groot-Brittannië aan het einde van de Gouden Eeuw.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.