De achttiende eeuw in het voorbijgaan (37)
zaterdag 18 januari 2014 – Een jaar geleden, vóór deze rubriek er was, heb ik in twee wandelingen de loop van de Rotte gevolgd: Moerkapelle-Zevenhuizen(-Nieuwerkerk aan den IJssel) en (Zoetermeer-)Bleiswijk-Rotterdam. Voor deze rubriek ben ik op 4 januari nog een keer van Bleiswijk langs de Rotte en de Rottemeren naar Moerkapelle gelopen.
Plaatjes zoals het hiernaast afgebeelde schilderij van Jan Gabriëlsz Sonjé (1692) heb ik niet gezien, maar idyllisch is het er wel aan de Rotte.
Een rivier hoort, vind ik, als bergbeekje te beginnen, de krachten met ander beekwater te bundelen en dan naar zee te stromen. Maar in Holland – en dan bedoel ik écht Holland, en niet Nederland – gelden andere regels. Ik zou namelijk niet kunnen aanwijzen waar de Amstel begint.
Van de Rotte kan ik dat inmiddels wél, al moet je het gezien hebben om het te geloven. De Rotte begint op een dijk tussen twee polders ten westen van Moerkapelle. Als je daar staat, ben je geneigd te denken dat het zeewater tot daar het land in stroomt, maar de praktijk is toch anders. De Rotte is begonnen als veenriviertje. Het omringende gebied is door veenwinning en inklinking lager komen te liggen en verwaterd, maar later weer ingepolderd. Het Rottewater is tegenwoordig afkomstig van de afwatering van de omliggende polders.
De woonkernen rond het eerste deel van de Rotte (Moerkapelle, Bleiswijk en Zevenhuizen) hebben een historie van eeuwen. Veel achttiende eeuw lijkt er echter niet meer te zien te zijn. Logisch als je bedenkt dat bijvoorbeeld Moerkapelle eind 18e eeuw slechts 61 huizen telde. Het gebied was kwetsbaar voor overstromingen, zolang de omringende veengebieden niet waren ingepolderd. Alleen de dorpskerken hebben eeuwen getrotseerd, maar die zijn doorgaans niet open. In dit gebied zit de achttiende eeuw dan ook meer in het landschap.
Bij inpolderen denk ik aan de zeventiende (Leeghwater) of negentiende eeuw (Haarlemmermeerpolder). De eerste inpoldering vond hier inderdaad nog in de zeventiende eeuw plaats ten oosten van de Rotte bij Moerkapelle: de Wilde Veenen. Daarna volgde het gebied aan de andere kant van de Rotte, de 140 Morgen. Maar de polders bij Zevenhuizen, zoals de Tweemanspolder en de Eendragtspolder (waarin recent de Willem-Alexander-roeibaan is aangelegd), en bij Bleiswijk dateren uit de achttiende eeuw.
Wie met de trein van Gouda naar Den Haag reist, ziet na een paar kilometer links een rijtje van drie molens, en iets verderop een vierde molen: die vormen samen de molenviergang van de Tweemanspolder; direct daarna kruist het spoor de Rotte.
Aan de andere kant van het spoor is wel nog het kerkje van Moerkapelle te zien, maar met de molens van de Wilde Veenen is het minder goed afgelopen: begin vorige eeuw zijn ze alle afgetopt toen de bemaling door een gemaal overgenomen werd. Alleen de rompen staan er nog. (volgende week verder) — JF