Hoge heren in Overijssel

De achttiende eeuw in het voorbijgaan (42)

2267zaterdag 22 februari 2014 – In januari heb ik op twee zaterdagen in de omgeving van Dalfsen gewandeld. De eerste dag begon ik op station Heino en liep met een omweg richting Dalfsen. In die regio ligt nog een aantal landgoederen. In Heino begint dat al met ’t Rozendael. Hoewel de huidige bebouwing negentiende-eeuws zou zijn, plaats ik toch een foto. Ik ben tussen Heino en Dalfsen namelijk weinig achttiende eeuw tegengekomen. Bovendien heb ik er een ijsvogeltje gezien, dat helaas niet wilde poseren.

Mijn wandeling voerde langs landgoed Den Alerdinck, waar een hoogteverschil in het landschap zit. Een informatiebord leerde me dat de Zuiderzee bij vloeden in 1784, 1814 en 1825 het water van de IJssel en het Zwartewater zó opgestuwd heeft dat water een meter hoog op het landgoed kwam te staan. Dat was voor de vroeg-negentiende-eeuwse eigenaar van het landgoed aanleiding om een dijk van meer dan drieëneenhalve kilometer lengte om zijn landgoed aan te leggen, die in 1883 en 1895 zijn nut bewees.

2276Verbazingwekkend, als je ziet hoe ver dit gebied toch van de IJsselmonding af ligt!

Ten zuidwesten van Dalfsen ligt landgoed Mataram. Ook hier is de achttiende-eeuwse bebouwing vervangen: alleen de pilaren van een toegangshek zouden nog deels achttiende-eeuws zijn.

Mataram is een merkwaardige naam voor een landgoed. Het heeft eerder (onder andere) Dieze geheten, maar werd in 1800 samen met een aangrenzend landgoed verworven door Johannes van Rhijn. Deze had ooit als resident aan het hof van Mataram, op Midden-Java, een fortuin vergaard. Het andere landgoed noemde hij Djokjakarta, maar die naam beklijfde niet en het is nu weer bekend als De Horte. Maar de naam Mataram bleef.

2299Door van Mataram naar het oosten te lopen kwam ik toch in achttiende-eeuwse sferen terecht. Daar liggen enkele landgoederen waarop, in de ruime omgeving van het hoofdgebouw, pachtboerderijen te vinden zijn. Ook nu nog zijn de luiken geschilderd in de kleuren van de eigenaar van het landgoed: een rode rechthoek hoort bij Den Aalshorst.

Een week later liep ik langs de gele en rode driehoeken die bij kasteel Rechteren horen, ten oosten van Dalfsen. Het kasteel is van de weg af te zien, en is het aanzien zeker waard, maar is helaas niet te bezoeken.

2348De meeste pachtboerderijen zijn in de negentiende eeuw gebouwd, of toen ingrijpend verbouwd. De boerderijen op de foto’s dragen echter muurankers met een achttiende-eeuws jaartal.

 

 

2288Curieus is dat een van de baronnen van Dedem, al generaties eigenaar van Den Aalshorst, rond 1920 elementen van gesloopte Amsterdamse grachtenpanden in zijn pachtboerderijen liet inmetselen.

 

 

2291Het huis Den Aalsthorst zelf is ook vermeldenswaard.

 

 

 

2289Het huidige huis verving in 1720 een ouder gebouw. De oprijlaan loopt kaarsrecht voor het huis langs. Er komen verschillende zichtlijnen op het huis uit, maar die worden niet zoals gebruikelijk gevormd door lanen, maar door kanalen!

Wie liever een huis wil zien met een laan die er recht op af loopt, moet van Den Aalshorst gewoon de weg naar Dalfsen volgen. Op het huis Den Berg, in 1703 in bezit van de familie Van Dedem gekomen, loopt een indrukwekkend lange rechte laan af, gevormd door een stuk Heinoseweg met in het verlengde daarvan de Bergerallee.

Een stevige wandeling aan de noordkant van de Vecht leverde veel minder materiaal op, maar wel twee aardige verhalen.

2357Ook benoorden de Vecht liggen enkele landgoederen en landhuizen. Zo ligt ten westen van Dalfsen de Ruitenborgh. Niet heel spectaculair, maar wel met een mooie rechte laan ervoor. Wat mij het meeste trof was echter de unieke manier waarop bij dit gebouw wonen met (agrarisch) werken gecombineerd was … Van de Ruitenborgh gaat het verhaal dat hier ooit een kasteeltje van een roofridder gestaan heeft. In de late middeleeuwen is het namens de bisschop van Utrecht met de grond gelijk gemaakt. Het mocht van hem niet meer herbouwd worden.

Ook aan Dalfsen kleeft een feodaal verhaal. De heren van Rechteren hebben Dalfsen stevig in hun greep gehad. Eeuwenlang mocht je bij Dalfsen alleen de Vecht oversteken op de veerdienst van de heren van Rechteren. Pas midden in de negentiende eeuw kregen de Dalfsenaren het voor elkaar – er moest wel een rechtszaak aan te pas komen – dat er een brug over de Vecht mocht worden aangelegd. Onnodig te zeggen dat Dalfsen nooit stadsrechten of andere prestigieuze kenmerken heeft gekregen. Ook heden ten dage ziet Dalfsen eruit als een fors uitgedijde buitenwijk die per ongeluk op tien kilometer afstand van een echte stadskern verrezen is, en waar bij puur toeval een middeleeuwse kerk, een molen en nog een handvol dorpse gebouwen in terecht zijn gekomen. — JF

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.