De achttiende eeuw in het voorbijgaan (43)
zaterdag 1 maart 2014 – Gouda heeft mijn sympathie niet. Dat is niet vanwege de inwoners, maar vanwege het rampzalige klimaat in de binnenstad. Als het er niet heel erg hard waait, dan stormt het er. Je staat er altijd op de tocht en loopt een groot risico er met een stevige verkoudheid vandaan te komen. Maar een paar weken geleden moest ik er toch weer heen, voor een archiefbezoek. Ondanks de onvermijdelijke koude windstromen heb ik er een wandeling door de binnenstad aan vastgeknoopt.
Wat ik te zien kreeg viel niet tegen. Om te beginnen kon ik er een minpuntje van enkele weken eerder compenseren. Toen bezocht ik Amersfoort wegens het muziekcollege daar en belandde er een orangist in mijn rubriek. In Gouda passeerde ik tot mijn niet geringe vreugde het woonhuis van de patriot De Lange van Wijngaarden, aan de Westhaven.
De grachtengordel-waardige gevel ontstond toen een eerdere bewoner in 1728 drie oudere huizen tot één nieuw pand samenvoegde. Het interieur schijnt sinds deze verbouwing ook nauwelijks gewijzigd te zijn, maar is niet te bezichtigen. Er zal ook wel een bijbehorend koetshuis geweest zijn maar dat heb ik niet kunnen localiseren.
Aan de Hoge Gouwe kwam ik echter een andere patriotse uiting tegen waartegen het Amersfoortse koetshuis weggestreept kan worden.
Een andere opmerkelijk gebouw dat ook aan de Hoge Gouwe te vinden is (maar niet door mij gefotografeerd werd) is de Oud-Katholieke kerk.
Aan Oost- en Westhaven bleek een ruime sortering achttiende-eeuwse gevels te vinden te zijn. De entree van Westhaven 13 mag gezien worden (klik op de foto om de entree in zijn geheel te zien). Het is slechts één voorbeeld want ik had er keuze uit meer dan tien huizen met fraai versierde gevels, of uit een handvol huizen aan Lage en Hoge Gouwe.
Een huis dat zeker niet in de rubriek mag ontbreken is het Admiraalshuis aan de Turfkade. Zoals in een oude stad te verwachten is, stond er op de plek van dit huis al veel eerder bebouwing. In de zeventiende eeuw woonde hier de vice-admiraal Johan den Haan. Een andere vice-admiraal, Roemer Vlacq, liet in 1757 dit huis voorzien van een gloednieuw interieur én een nieuwe voorgevel. Het interieur is niet te bezichtigen, maar van de gevel kan elke voorbijganger genieten.
Niet iedereen pakte het in de achttiende eeuw zo groots aan. Het kon ook veel eenvoudiger, en een voorbeeld daarvoor is een gevel die ook aan de Oosthaven te zien is – nummer 29.
Niet alleen de gevel, ook de erin aangebrachte gevelsteen is in vergelijking met de andere huizen ongemeen sober. — JF