De achttiende eeuw in het voorbijgaan (49)
zaterdag 12 april 2014 – Bij het naderen van het magische getal 52 heb ik geturfd hoe vaak ik in elke provincie geweest ben: Noord-Brabant bleek met Friesland en Drenthe pas één maal aan de beurt geweest te zijn. Daar heb ik nu iets aan gedaan door van Raamsdonk naar Drimmelen te lopen, en van daar over Oud-Drimmelen naar Made.
In Raamsdonk is om te beginnen bijzonder dat de Lambertuskerk buiten de dorpskern staat en er tegenwoordig zelfs door een snelweg van gescheiden is. Ik heb de kerk gefotografeerd (zie foto hierboven) niet vanwege de grote ouderdom maar omdat het erop lijkt dat de pijlers van de hekken en de deuromlijstingen in de achttiende eeuw vervangen zijn. Later op de dag kreeg ik de indruk dat rond de kerk van Geertruidenberg hetzelfde gebeurd is.
Er deden zich op deze wandeling meer thematische toevalligheden voor. Raamsdonk heeft een Schansweg. Die zou nog naar een buurtschap de Schans genoemd kunnen zijn, maar de straatnaam Engelse Wal maakt het voor mij boven twijfel verheven dat er in Raamsdonk ooit voorwerken voor de vesting Geertruidenberg lagen. Aan de andere kant van Geertruidenberg ligt ook een Schansweg. De straatnaam ’t Fort in Drimmelen is nieuw, maar zal ook zijn historische achtergrond hebben, en over Made kom ik nog te schrijven.
Nog een onverwacht thema was scholing. Dat begon met de voormalige dorpsschool van Raamsdonk. Van een Franse school sta ik niet te kijken, maar dat er ook (neder-)Duitse scholen geweest waren was nieuw voor me. Zou het iets te maken hebben met de Pruisische inval van 1787? Of moet ik Nederduits gewoon als Nederlands lezen? De gevelsteen draagt jaartal 1787. Ook in Geertruidenberg was in de achttiende eeuw een Franse en Nederduitse kostschool gevestigd, maar dat gebouw is in de negentiende eeuw van een nieuwe voorgevel voorzien (dus geen foto waard). Ook in Drimmelen bleek nog een voormalige dorpsschool te staan.
In Raamsdonk staan meerdere monumenten die ik had kunnen fotograferen. Ik heb gekozen voor een huis waar vroeger een wagenmakerij in gevestigd zou zijn geweest. Het venster met de vele kleine ruiten erin doet achtiende-eeuws aan. Dat past bij de datering die aan het hele gebouw gegeven wordt.
In Raamsdonksveer heb ik geen opmerkelijke oude gebouwen gezien. Ik vermoed dat het niet veel meer geweest is dan een gehucht dat op de weg van Raamsdonk naar Geertruidenberg lag – je moet vlak voor Geertruidenberg de rivier de Amer oversteken.
Geertruidenberg doet vanaf Raamsdonksveer gezien niet direct aan een vesting denken: er is een cordon van nieuwbouw opgetrokken. Maar daarachter valt er zoveel te zien dat ik het stadje volgende week in een aparte aflevering bespreek. Aan de andere kant van Geertruidenberg is het weer even afzien: daar staat de Amercentrale. Ook het kanaal naar de Amer en de nieuwe jachthaven Biesbosch bij Drimmelen stemmen de wandelaar niet tot vreugde.
Drimmelen ligt tegen de Amerdijk. Het lijkt er in de achttiende eeuw redelijk goed gegaan te zijn: aan de Herengracht staan een aantal woningen die daar nog van getuigen. De Herengracht vormt het begin van een vaart die een eind landinwaarts loopt naar Oud-Drimmelen.
Toen Oud-Drimmelen in 1732 vrijwel geheel was afgebrand, trokken de meeste inwoners naar Drimmelen. Het is nu een gehucht dat uit een enkel straatje bestaat.
De kerk van Oud-Drimmelen bleef tot 1792 in gebruik, maar werd gesloopt nadat de nieuwe Hervormde kerk in Drimmelen voltooid was.
Eerder noemde ik de Hervormde school in Drimmelen al. Hij heeft een gevelsteen die het gebouw op 1846 dateert. Geen foto waard, zou je zeggen, maar ik toon ‘m toch vanwege de bijzondere ramen. Een extra legitimatie is dat het huis dat tegen de achterkant van de school is vastgebouwd, muurankers heeft die met elkaar het jaartal 1718 vormen.
Op weg naar Made kreeg ik de tip dat daar ook nog een verdedigingswerk uit 1701 te zien was: de Linie van Den Hout. Misschien komt het er ooit nog eens van, maar de dag was al te ver verstreken. Ik heb daarom in Made de bus naar huis genomen. — JF